coschap-downunder.reismee.nl

laatste blog

In Christchurch aangekomen reden we eerst naar ons hostel, het Frauenreisehaus, een hostel waar enkel vrouwen mochten verblijven. We kregen een rondleiding van de eigenaresse van het hostel. We hadden twee bedden op een zes-persoons kamer geboekt maar het kwam de eigenaresse beter uit om ons op een driepersoons kamer te leggen, wij maakten geen bezwaar. Alle kamers grensden aan de binnentuin waar cavia Dutchess vrolijk door het gras scharrelde. Niet lang geleden werd haar levensgezel, cavia Princess, uit het leven gerukt. Dutchess had het verlies al goed verwerkt en knaagde alsof er niets gebeurt was. Aan de binnentuin lag een moestuin die volstond met kruiden. Onder andere drie soorten munt waar we heerlijke verse muntthee van maakten. Naast de moestuin bevond zich een waterbron met heerlijk bronwater. De rondleiding werd in het centraal gelegen gebouw voortgezet. De grote woonkeuken was van alle gemakken voorzien, van melkopschuimer tot wafelijzer. In de eetkamer stonden allemaal tafeltjes met vaasjes bloemen en brandende kaarsjes. Grote kasten vol boeken en tijdschriften uit allemaal verschillende landen sierden de wanden van de kamer. In de televisieruimte stonden duizenden video's en dvd's paraat. Ter afsluiting van de rondleiding kregen we een nog warme handdoek uitgereikt om ons verblijf zo mogelijk nog aangenamer te maken. Ik was zo overdonderd door deze prachtige accommodatie dat ik de kamersleutel die ik voor de rondleiding had gekregen al was verloren. Nu zou je denken dat een sleutel makkelijk terug te vinden is wanneer je alleen een rondje door het hostel hebt gelopen, deze aanname bleek onjuist. De sleutel is niet meer teruggevonden en ik schaamde me er zo voor dat ik de eerste dagen de sleutel van Marta heb gebruikt en uiteindelijk heb gewacht tot er iemand anders achter de balie stond dat de eigenaresse voordat ik mijn verlies opbiechtte. Toen we de auto de oprit op wilden rijden om onze backpacks naar de kamer te tillen kregen we de auto niet meer gestart. Na lang wrikken en sjorren aan de sleutel gaven we het op. Ten einde raad vroegen we de eigenaresse van het hostel om raad. Zij herkende ons probleem onmiddellijk. Het stuur was op slot geschoten en dit was gemakkelijk om te lossen door een beetje aan het stuur te draaien terwijl je de auto probeert te starten. De eigenaresse bleek gelijk te hebben. Hadden we al onze autoproblemen van de afgelopen maanden maar zo gemakkelijk op kunnen lossen... We laden onze spullen uit en vertrokken met de camper naar het verhuurbedrijf om hem in te leveren. Na ongeveer een uur rondjes rijden in Christchurch vonden we het bedrijf, dat ook met gemak voor een schuur of schaftkeet door had kunnen gaan. De werknemer waarbij we de auto inleverden boot ons een lift terug naar de binnenstad aan. Hij zette ons af bij de Pack and Save, onze favoriete supermarkt in Nieuw-Zeeland, waar we voor de laatste maal boodschappen deden. Tijdens het koken ontmoetten we onze kamergenote, Jean. Jean was een Amerikaanse, hysterische 50+-er die een paar weken geleden al wandelend onder een bus terecht was gekomen. Sindsdien had zij onverklaarbare symptomen waar volgens haar artsen over de hele wereld hun hoofd over braken. Vanwege duizeligheidsaanvallen en extreme vermoeidheid kon Jean niet verder reizen en zat ze vast in Christchurch. Ze vertelden haar verhaal aan iedereen die het, wel of niet, horen wilde. Jean zocht wanhopig naar een oorzaak voor haar klachten en had een grote stapel boeken over hersenletsel naast haar bed liggen. Ze was dan ook erg blij met medisch studenten als kamergenoten want wij konden met haar mee denken over een mogelijk oorzaak. Zelfs als ik overduidelijk probeerde te slapen, lees met mijn ogen dicht en nachtlampje uit in bed lag, ratelde ze nog door. Opeens snapten we waarom de eigenaresse van het hostel de bedden op deze driepersoons kamer graag kwijt wilde.

De volgende morgen stonden we lekker rustig op en ontbeten we met een boekje in de eetkamer. Heel anders dan ontbijten tijdens het kamperen maar wel fijn! Aan het eind van de ochtend liepen we naar het information centre om het weer te checken. We hadden namelijk gereserveerd voor een paardrijtocht die middag en het gebied waar de rit plaats zou vinden lag een stuk hoger dan Christchurch waardoor het weer er erg kan verschillen van dat in Christchurch. Niets bleek minder waar. In Christchurch was het warm en zonnig maar in het Rubicon Valley, waar we zouden gaan rijden, was het koud en regende het. We besloten de rit naar de volgende dag te verplaatsen. We maakten een stadswandeling door Christchurch waarbij we onder andere de Christchurch Art Gallery en de Botanical Gardens zagen.

Terug in het hostel bereidden we ons diner dat we opaten onder het genot van de film Mrs. Doubtfire. Echt jeugdsentiment! Marta wilde persé uit die avond en mijn tegenzin kon daar geen verandering in brengen. In het centrum aangekomen bleek het heel erg maandag, oftewel de kroegen waren dicht of uitgestorven. We gingen terug naar huis en bakten als troost wafels in het wafelijzer!

Dinsdag was het weer in Rubicon Valley gelukkig bijgetrokken en ging de rit door. We werden in het centrum van Christchurch opgehaald door Chris, die samen met zijn vrouw Del het Rubicon Valley Tourist Centre runt. Naast ons waren er vier andere deelnemers aan de tocht van die middag, drie chinese meisjes en één westers meisje waarvan de afkomst me is ontschoten. Tijdens de 50 minuten durende autorit van Christchurch naar Rubicon Valley kletste Chris honderduit en bestookte hij ons met vragen. Marta bleek met haar tien jaar paardrijles ver boven het niveau van de rest uit te steken. Één van de Chinese meisjes had zelfs nog nooit op een paard gezeten. Bij de farm aangekomen kleedde iedereen zich om van zomerse jurkjes naar geschikte paardrijkleding. Alleen één van de Chinese meisjes had niet bedacht dat het niet handig was om met shorts en een panty op een paard te gaan zitten. Gelukkig had Chris beenbeschermers voor haar in de aanbieding. Toen kregen we allemaal een cap aangemeten en werden we gekoppeld aan onze paarden. Mijn paard heette Jack en dat was meteen mijn nieuwe naam voor die middag want Chris was niet goed in het onthouden van namen. Na een korte introductie cursus ‘hoe bestuur ik mijn paard' gingen we op pad. Tijdens de tocht werden we vergezeld door twee van de drie schapendoes honden van Chris en Del. Ook op hun middagje vrij vonden zij het lastig om de schapen die we onderweg tegenkwamen met rust te laten, het opjagen zat ze in het bloed. We deden de twee uur durende River Trail Ride. Eerst gingen we door het Torlesse Basin vanwaar we een mooi uitzicht op de ons omringende bergen hadden. Op de open velden kregen de mensen die wilden de gelegenheid om in draf en galop te gaan. Het was alweer minstens 10 jaar geleden dat ik voor het laatst op een paard had gezeten dus mijn eerste pogingen leken nergens op. Gaandeweg kreeg ik de slag echter weer een beetje te pakken. Ik wilde net aan mijn volgende draf gaan beginnen toen er een paard zonder ruiter langs Jack kwam stormen. Alle paarden van Rubicon Valley zijn oude racepaarden dus werden wij van tevoren gewaarschuwd de paarden niet de dicht langs elkaar te laten lopen. De paarden zijn zo getraind dat ze denken dat ze in een race wanneer ze vlak langs een ander paard lopen en ze willen graag winnen. Toen het paard zonder ruiter langs Jack gegaloppeerd kwam aarzelde hij dan ook geen moment en zette de achtervolging in. Ik had mijn teugels nog niet op de goede manier vast voor een draf of galop en kreeg Jack niet meer onder controle. Het lukte me nog een tijdje om me, tegen de flank van Jack hangend, vast te houden. Uiteindelijk hield ik het niet meer en moest ik me toch laten vallen. Best eng want Jack liep zo hard dat ik bang was dat hij me zou vertrappen. Mijn landing was alles behalve zacht maar gelukkig ben ik aan de benen van Jack ontsnapt, zelfs mijn camera die om mijn nek hing deed het nog. Gelukkig waren we bijna bij de lookout point bij Waimakariri Gorge waar we gingen pauzeren zodat ik even bij kon komen. Hier hadden we een adembenemend uitzicht over de rivieren en bergen in het dal. Terwijl wij foto's namen zette Chris zelfgemaakte scones met jam en cream klaar. Onder het genot van de scones en een beker warme chocolademelk bewonderden we het uitzicht. Na de pauze klommen we als echte cowboys te paard via de terassen van Waimak Gorge naar beneden. Door de rivier en door het bos gingen we terug naar de farm. Ik besloot me niet te laten leiden door mijn angst om weer in draf te gaan en bij de laatste keer had ik hem eindelijk onder de knie! Terug op de farm borstelden we de paarden alvorens ze terug in de wei te zetten. Daarna bracht Chris ons terug naar Christchurch. In het hostel aten we met ons bord op schoot op de bank terwijl we de film Brokeback Mountain keken. Ik vond de film een beetje vreemd.

De volgende dag vlogen we naar Auckland. Net op tijd, zo bleek later, want 5 dagen erna vond de verschrikkelijke aardbeving in Christchurch plaats. Het Frauleinreisehaus is in verband met grote schade aan het pand gesloten. Eerst de overstromingen in Australië en nu dit, we laten een spoor van vernieling achter... In Auckland bivakkeerden we wederom in het X-base hostel. 's Middags maakten we de stadswandeling af die we op onze eerste dag in Auckland vier weken eerder begonnen waren. Ons diner bestond uit de bekende Domino's pizza, dit was immers traditie.

Op onze laatste dag in Auckland was het prachtig weer en dus besloten we naar Devonport, een suburb van Auckland die alleen per ferry te bereiken is, te gaan. We slenterden door Devonport, liepen over het strand en keken wat rond in de vele winkeltjes. Aan het eind van de middag namen we de ferry terug om in het centrum van Auckland nog de laatste souvenirs te bemachtigen. Daarna pakten we voor de laatste keer onze backpacks in en bereidden we ons voor op de lange reis terug naar Nederland.

We moesten in alle vroegte opstaan om op tijd op het vliegveld te zijn voor onze vlucht naar Hong Kong. Op het vliegveld aangekomen bleek de vlucht een uur vertraagd. We doodden de tijd door onze laatste Nieuw-Zeelandse dollars op te maken en een ontbijt te nuttigen. Na twaalf uur vliegen kwamen we aan in Hong Kong. Onze vlucht naar Amsterdam zou pas negen uur later vertrekken dus gingen we Hong Kong bezichtigen. We hadden hiervoor van andere reizigers allerlei goede tips gekregen dus de planning was strak. Waar we echter geen rekening mee hadden gehouden was dat we om 16.00uur lokale tijd aankwamen en alle bezienswaardigheden al dicht ging tegen de tijd dat wij in het centrum arriveerden. Voor we de trein naar het centrum konden nemen moesten we namelijk eerst nog langs de immigratiedienst om een mooie stempel in onze paspoorten te laten zetten. We besloten de planning overboord te gooien en gewoon te gaan genieten van Hong Kong en zijn inwoners. Een hoogtepunt waren de 800 meter lange roltrappen die van het centrum onderaan de berg naar de woonwijken bovenaan de berg lopen. Van 6.00 tot 10.00uur gaan de roltrappen naar beneden zodat de inwoners van Hong Kong bij hun werk in het centrum kunnen komen. Van 10.00uur tot 0.00uur gaan de roltrappen omhoog zodat de mensen de berg niet te voet hoeven te beklimmen om thuis te komen. Tegen de tijd dat we uitgespeeld waren op de roltrappen was het donker. We aten wat in het centrum maar hadden eigenlijk allebei geen trek. We waren inmiddels al 24uur wakker en waren vooral toe aan slaap. Na het eten keken we, om de tijd te doden, wat rond bij de haven. Terug op het vliegveld was Marta al snel in slaap gevallen en voelde ik me genoodzaakt om wakker te blijven omdat ik niet het risico wilde lopen dat we onze vlucht misten. Om 00.35uur lokale tijd konden we eindelijk boarden en ging onze reis zijn laatste fase in. Nog voor we waren opgestegen viel ik in slaap. Helaas was ik twee uur later al klaar wakker en de rest van de 11uur die de vlucht duurde kon ik niet meer slapen. Gelukkig waren er genoeg leuke films te zien op de boardcomputer, onder andere Alice in Wonderland. Op Schiphol werd ik opgewacht door vader, moeder, Sanne en Jennifer. Van zuslief ontbrak ieder spoor, die lag uit te brakken in haar bed. We dronken nog wat op het vliegveld voordat we naar huis gingen.

xxxx

Zuidereiland; week 3

Lieve allemaal,

Na een fantastische verjaardag viel het opstaan me niet mee. Ik was weer een jaartje ouder geworden en dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik zette door en in een mum van tijd waren we weer on the road. We bezochten de Petrified Forest bij Curio Bay. Een bos dat vele jaren geleden onder water is gelopen waardoor de bomen gefosiliseerd zijn. De restanten van de bomen zijn nog altijd zichtbaar onder een dunne laag zeewater. Onze volgende stop waren de Cathedral caves. Deze grotten zijn gelegen in de kliffen pal aan het strand en zijn alleen bij laagtij te bewonderen omdat ze bij hoogtij onder water lopen. Vanaf de carpark bracht een korte bushwalk ons naar het strand waarna we over het strand naar de grotten konden lopen. We liepen door de ene opening in de rotsen de grotten in en kwamen er, met natte voeten,bijde andere opening weer uit. Erg mooi! De volgende stop was het dorpje Papatowai. Hier bevindt zich namelijk de Lost Gyspsy Gallery, een grote groene buswaar kunstenaar Blair Sommerville zijn maaksels tentoonstelt. De oude bus in van de vloer tot en met het plafond volgestouwd metde mooiste en grappigste bouwsels gemaakt van gevonden voorwerpen.De specialiteit van Blair zijn opwindbare automaten en hijheeft graag dat zijn publiek alles uitprobeerd. Blair genoot dan ook zichtbaar van de kretendie wij uitsloegen tijdens onzeontdekkingstocht doorde bus terwijl hij zelf in zijn atelier aan het werk was. Het wasgeweldig en we hadden ons ereindeloos kunnen vermakenmaar... we moesten verder. We maaktenwandelingen naar de Matai Falls en de Purakaunui Falls waar de flinke regenval van de voorgaande dagen in ons voordeel werkte. De watervallen waren hard aan het werk! We overnachtten opDOC Purakaunui.

De volgende morgengingen we naar Owaka, de 'hoofdstad'van de Catlins met wel 395 inwoners. We wilden graageen paardrijtocht maken en informeerden bij de information centre naar de mogelijkheden.We kregen het telefoonnummer van een mevrouw diebuitenritten met toeristen deed. Toen we haar beldenzeize ons dat ze liever nietdie dag ging rijdenomdat ze 's middags bezoek zou ontvangen, helaas. De volgendedag zou ze ons graag meenemenmaar dat kwam ons niet goed uit. Bij gebrek aan contact met paarden besloten we het gezelschap van andere dieren op te zoeken. Tijdens onze wandeling van Surat Bay naar Cannibal Bay deelden we het strand met heel veelzeeleeuwen. De meeste lagen lekker op het strand te luieren. Enkele jonge mannetjes waren lekker aan het spelen. De zeeleeuwen bestedentotaal geen aandacht aan debewonderende blikken en klikkende camera's van de passerende toeristen, hoogstens wordt ereen oog geopend. Ze zijnniet bang voormensen maar er wordt toch aangeraden 10 meter afstand van ze te houden want wanneer ze schrikken vallen zeaan. Zeehonden zijn wel bangvoor mensen. Jemagdan ook nooit tussen een zeehond en de zeekomen want daarmee blokkeer je zijn vluchtroute waardoor hijin paniek raakt.
Aan het eind van de middagreden we naar Roaring Bay om de yellow-eyed pinguin te spotten. We liepen naar een schuilhut in het duin vanwaarwe een goed uitzicht hadden op het strand en de rotsen. De pinguins zijn erg schuw en zodra ze mensen zien of horen vluchten ze.In de schuilhut zaten enkele toeristen met verrekijkers te speuren. Een verrekijker behoort niet totonze standaarduitrusting duswij moestenhet met het blote oog doen.Gelukkig was er een pinguinfamilie op enkele meters afstand van de schuilhut in de rotsen gehuisvest.Pa of ma was net thuisgekomen met een verse visvangst in de maag dus het was een drukte van jewelste in de grotwoning.De kuikens schreeuwde alsof ze al dagengeen eten hadden gekregen dus leegde de ouder snel zijn maaginhoud in de wijd opengesperde snaveltjesPinguins zijn erg modern enpa en ma wisselen elkaar dagelijks af; de eengaat vis vangen en de ander past op de kinders. Na het diner was het bedtijd voor depinguins en werd het stil in het hol. We spotten nog twee andere pinguins op het strand maar deze zaten iets te ver weg om goed te kunnen bestuderen. Ook de zoom van onze camera's bleek ontoereikend maar gelukkig was er een Nederlandse manmet telelens die wel even een foto met mijn SD-kaart wilde maken. Na het pinguinspotten liepen we naar devuurtoren op de rotsaan de punt van de baai. Overal hoorden we het gekir vanzeehondenpups die onderaan de rotsen in het water tussen destenen aan het spelen waren. Terug op de camping was het tijd voor een klassieker; AmericanPie. Enkele bejaardenhun afwas in de lounge kwamen doen wisten niet goed wat ze met de schokkende beelden aanmoesten envluchten snel terug naar hun campers.

De dag erop reden we naar Dunedin, de meest Schotse stad buiten Schotland.De stad werd in1848 gesticht door de Schotten. Na een lange zoektocht vonden we een parkeerplek bij Penny's Backpackers waar we tegen een zeer schappelijke vergoeding mochten kamperen en gebruik mochten maken van de faciliteiten van het hostel. Weverkenden de stad met de benenwagen. We liepen door het centrum en bekeken de universiteitscampus. Vanaf de berg waarop de Dunedin BotanicGardens gelegen zijn hadden we een mooi uitzicht over de stad.Daarna maakten we een foto van het railway station van Dunedin, nietomdat we ht zo mooi vonden maar omdat we hadden gehoord dat dithet meest gefotografeerde gebouw van Nieuw-Zeeland zou zijn. Wij konden natuurlijk niet achterblijven... Terug in het hostel ontmoetten we een Nederlandsejongen die een scala aan kaarttrucs op ons losliet. Toen hij zijn trucs vervolgens bij de Chinese Annie probeerde werd het pas echt leuk. Daarhaar slechte beheersing vandeEngelse taal begreep Annie niet goed wat er vanhaar verwacht werd waardoor alle trucs mislukte. Het kwam niet in Annie op om de oorzaak hiervan bij zichzelf te zoeken dus bleef ze onze Nederlandse vriend maar vertellen dat hij toch echt beter moest oefenen, erg komisch! Na het fiasco met de kaarttrucs ging Annie koken. Haar avondmaaltijd bestond uit paarserijst met kruiden.Ik was ondertussen ons toetje aan het bereiden, zelfgemaakte appelmoes. Toen Annie ons potje kaneel zag wilde zehet graag proberen.Ze had nog nooit kaneel geproefd maar er wel goede verhalen over gehoord dusverdween de kaneel zonder pardon in depaarserijst. Ondertussen kletste Annie honderduit. Ze vertelde onder andere dat Tibet haar favoriete deel van China was maar dat ze het weljammer vond dat de Tibetaanse cultuur steeds verder verloren leek te gaan want dievond ze juist zo mooi. Ik besloot geen politieke discussie te beginnen en hield wijselijk mijn mond.
We ruilden wat van onze appelmoes tegen paarse rijst, best lekker! Die avond verloren Marta en ik ons in cyberspace. Er was gratis en snel internet in het hostel dus deze kans konden we niet laten schieten. Toen we ons om 1uur'snachts eindelijk van onze beeldschermen wisten los te rukken besloten we nog een drankje in de stadte gaan doen. De enige bar die nog open was was Di Lussi. Het bordje met het regelement 'We don't serveintoxicated people' dat op de muur was bevestigd hing erduidelijk voor de sier. Ook het alcoholpromillage in het bloed van de barman was tot gevaarlijke hoogte gestegen watde communicatie bemoeilijkte. Ik kreeg van hem wel voor het eerst sinds tijden een fatsoenlijke malibu-cola. Niet dat truttige gedoe met een afgemetenglaasje malibu maar gewoon een goedelaag. Tussen de lallende, zwierende en aan de bar hangende gasten hing een wat gespannen sfeer waardoor wij ons niet zo op ons gemak voelden. Bijgebrek aan alternatief zochten we de camper op.


De volgende dag reden we naar het schiereiland van Dunedin, Otago Peninsula, dat bekend staat om zijn mooie natuur en de goede mogelijkheden om wildlife te spotten. We reden eerst naar het plaatsje Portobello waar we een camping op het oog hadden. Tijdens onze wandeling door Portobello begon het te miezeren. We werden verleid door een bord voor een cafe dat de aanwezigheid van vers gebakken scones aankondigde. Even later zaten we lekker warm binnen op de bank met een dampende pot thee, verse scones, clotted cream en jam voor onze neuzen. Nadat de bui was overgewaaid bezochten we de Glenfalloch Woodland gardens. Aanvankelijk liepen we keurig over de paden tussen de perkjes maar al snel merkten we dat we toe waren aan meer uitdaging. Marta nam de leiding en al snel liepen we in de wildernis met modder tot aan onze enkels. Halverwege wisten we allebei niet meer hoe we terug moesten komen. Marta hield het hoofd koel en leidde ons over beekjes en door distelstruiken terug naar de bewoonde wereld. Ze maakte onderweg wel een klein slippertje over de glibberige stenen maar hield er geen blijvende schade aan over. Vervolgens reden we naar Sandfly bay, een baai die zijn naam gelukkig geen eer aan doet. We klommen over enorme zandduinen en wandelden een flink stuk over het strand om de pinguin schuilhut te bereiken. De schuilhut bevondt zich in het duin en midden op het pad dat van het strand naar de schuilhut liep lag een enorme zeeleeuw te verpozen. Hij vondt het echter geen probleem dat we bij het passeren een beetje in zijn aura kwamen. Bij de schuilhut aangekomen was er geen pinguin te bekennen. Dit was ook niet zo vreemd want om de schuilhut te bereiken moest je het strand kruisen waar de schuilhut op uitkeek. Op dit stuk strand liepen daardoor redelijk veel toeristen dus was er geen pinguin die de oversteek durfde te maken, helaas! Die avond kregen we een tweede kans. Het heilige boek der reizigers, de Lonely Planet, gebood ons namelijk bij zonsondergang naar Pilot Beach te gaan. Dit is de natuurlijk habitat vn de Blue Pinguin, een kleine vogel van ongeveer 25cm hoog. Om 20.00uur 's avonds arriveerden we op Pilot Beach. De rotsen lagen vol met zeehonden en zeemeeuwen maar van pinguins ontbrak ieder spoor. We zagen een bord waarop stond dat de pinguins de vorige dag om 21.45uur gezien waren. Het was ondertussen flink afgekoeld en dus besloot ik om nog even in de camper te wachten. Na ongeveer 20minuten ging mijn telefoon, de beller was Marta! Snel rende ik het strand op maar ik was al te laat. Twee pinguins waren net gepasseerd en hadden inmiddels hun holletjes bereikt. Ik baalde flink en durfde mijn ogen nu geen seconde meer af te laten dwalen. Na een half uur waren er nog altijd geen andere pinguins geweest. Wel stonden we inmiddels met een grote groep koukleumende toeristen. Ik begon de moed net een beetje op te geven toen er twee mannen in fluorescerende hesjes het terrein op kwamen lopen. Zij bleken van de Department of Conservation en begonnen ons uitleg te geven over de pinguins. De pinguins zouden in de schemering in twee groepen, raften genoemd, komen aanzwemmen. Alle pinguins hebben op dit moment kleintjes dus er moet vis gevangen worden om de kinderen te voeren. Niet lang na de uitleg kwam het eerste raft aan, een zwarte vlek die je door de zee op het strand ziet afkomen. De pinguins liepen het strand op, hupsten over de stenen en namen vervolgens het trappetje omhoog naar de struiken. Hier hielden de pinguins uit het eerste raft zich schuil tot de pinguins uit het tweede raft zich bij hen aansloot. Niet veel later arriveerde het tweede raft. De mannen van de DOC legden uit dat de pinguins nu in groepjes naar hun holletjes zouden gaan. De hollen bevonden zich in drie richtingen van ons; van ons weg,links van onsenachter ons. De pinguins waarvan de holletjes achter ons gelokaliseerd waren zouden tussen ons door komen lopen. Daarom moesten we ons verspreiden over het gebied en met onze benen wijd gaan staan zodat er geen blokkades van voeten voor de pinguins waren. We bleven zo stil mogelijk staan terwijl er velen groepen pinguins van ons weg en voor ons langs liepen. Inmiddels werd het behoorlijk donker en we konden de pinguins alleen nog maar zien wanneer een van de DOC mannen er met zijn speciale rode lamp op scheen. Dit rode licht kunnen de pinguins niet zien en dus schrikken ze er niet van. Het lopen van de pinguins was een erg grappig gezicht. Ze wachten eerst tothun groepje helemaal compleet is en waggelen vervolgens voorovergebogen heel snel naar hun holletjes. Deze holletjes graven ze overigens niet zelf. Ze jagen konijnen uit hun hol en nemen vervolgens hun intrek. Wanneer er een pinguin uit de groep achterblijft wacht de hele groep op hem voor ze verder lopen. Een paar van de laatste groepen pinguins liepen tussen ons door. Deze pinguins kwamen heel dichtbij en liepen zelfs tussen de benen van sommige mensen door. Nadat de laatste pinguins hun holletjes hadden bereikt hoorde je overal een luid gekrijs van de schreeuwende jongen die gevoed werden. Onderkoeld maar voldaan reden we terug naar de camping.

De dag erna reden we naar Lake Tekapo. Onderweg maakten we een korte stop bij de Moeraki Boulders, een groep grote ronde stenen die midden op het strand liggen en nu heel erg worden uitgemolken als toeristische attractie. LakeTekapo was mooi maar helaas was het bewolkt dus konden we de mooie turquoise kleur waar het meer beroemd om staat niet aanschouwen. We bezichtigden de Church of the good shepard, een heel klein kerkje dat uitkijkt op het meer. Daarna bewonderden wede Collie dog statue, een eerbetoon aanalle collies die op de schapenboerderijen in McKenzie county werkzaam zijn. Op de picknickplaats tussen een Shell tankstation en een restaurant haalden we ons kookstelletje tevoorschijn en warmden we onze blikken minestronesoep op. We genoten ondertussen van het uitzicht op lake tekapo. Omdat we hadden besloten te gaan freecampen vonden we dat we ons wel een toetje in het restaurant naast de picknickplaats konden veroorloven. Naast de zoetigheid bestelden we een grote pot thee. Ik durfde niet meer dan 1 kopje te drinken omdat ik bang was dat ik anders 's nachts zou moeten plassen en dat is zo ongepast in een woonwijk. Marta ontfermde zich daarom over de rest van de pot thee. We parkeerden de camper in een woonwijk en ik sliep heerlijk terwijl Marta de halve nacht wakker lag, gekweld door een blaas die op knappen stond.

Met het krieken van de dag werd ik dan ook van mijn bed gelicht om naar de public toilets te rijden. Ik kreeg nog net de gelegenheid om in mijn kleren te schieten maar langer kon ze het echt niet volhouden. Na de sanitaire stop reden we naar de Banks Peninsula, een vulkanisch schiereiland vlakbij Christchurch. De bergwegen op de vulkaanranden boden prachtige uitzichten op het gebied. Ik deed een poging om mijn record 'zo lang mogelijk rijden zonder gas te geven' te verbreken tijdens de afdaling van een hoge berg. Helaasbleef mijn oude record van 9 minuten staan. We reden naar het plaatsje Akaroa waar we de middag aan het strand doorbrachten want het was eindelijk weer eens mooi weer! Aan het eind van de middag reden we naar een camping in Okains Bay waareen weerzien metJoan en Jeroen gepland was.We hebben gezellig samengegeten en ervaringen en tipsuitgewisseld.Omdat wij onze camper de volgende dag moesten inleveren in Christchurch konden we Joan en Jeroen verblijden met een goedgevuldegoodybag metkampeerspullen, het leek wel sinterklaasavond!

We stonden al vroeg op om de auto schoon temaken en onze tassen in te pakken. Na een gezamelijkontbijt met Joan en Jeroen scheidden onze wegen zich weer. Wij reden naarChristchurch omonze camper in te leveren. Daarover de volgendekeer meer.....

Liefs,

Violet

Zuidereiland; week 2

Lieve allemaal!

Allereerst wilde ik jullie even bedanken voor alle lieve berichtjes die ik op mijn verjaardag van jullie heb mogen ontvangen! Zoveel lieve mensen thuis maakt het iets minder zwaar om straks dit prachtige land te verlaten. Marta en Joan hebben al plannen om over een paar jaar naar Nieuw-Zeeland te emigreren maar ik denk dat ik jullie toch niet kan missen!


Vanaf Albert Town gingen we naar Wanaka waar we de Mt Iron beklommen. Daarna reden we door naar Arrowtown, een schattig bergdorpje dat in 1860 plotseling bekend werd door de vondst van goud in de Arrow River. Door de ligging tussen de bergen en de kleine huisjes met houten luiken doet Arrowtown wat Oostenrijks aan. We brachten een bezoekje aan filmhuis Dorothy Browns waar we de film 'Black Swan' zagen. Een film over een danseres die de top probeert te bereiken. De bioscoop is gevuld met zachte banken en voorin liggen kussens waar je op kan chillen. De bioscoop is beroemd om zijn Peanut Swap ijs dus die hebben we in de pauze uitgeprobeerd, een beetje vreemd maar wel lekker. Na de film bezochten we de Chinese Settlement. Hier probeert men de bezoeker een indruk te geven van het leven van de chinese immigranten die hun geluk als goudzoeker beproefden. Al dwalend door de restanten van het oude dorpje, bestaande uit gerestaureerde hutten en winkeltjes, leerden we meer over de peniebele situatie van de chinese goudzoekers.

De volgende dag reden we naar Queenstown. Aangezien Queenstown en Christchurch bekend staan als de belangrijkste steden van het Zuidereiland verwachtten wij een behoorlijke stad. Queenstown deed zijn naam echter eer aan en bleek een echt dorp. We lieten ons niet kennen en maakten toch de 'stadswandeling' uit de lonely planet. We liepen door het kleine haventje naar de botanische tuinen waar we genoten van de rust en de zon. Het blijft elke keer weer een vreemde ervaring om midden in de 'stad' het gevoel te hebben volledig omringt te zijn door natuur in de enorme botanical gardens die zowel Australie als Nieuw-Zeeland rijk zijn. Na de botanische tuinen bezochten we Williams cottage, gebouwd in 1864 er daarmee het oudste huisje van Queenstown. De woning is nu open voor bezoekers en huisvest een lifestyle winkeltje en een cafe. Na een kort bezoek aan de kleine Church of St Peter was het tijd voor een lekkere lunch bij de bakker. 's Middags liepen we nog even dapper door de straten van Queenstown alvorens we besloten dat het toch echt geen buitenweer was. Nadat we ons hadden opgewarmd in een cafe konden we er weer tegenaan en liepen we naar de Mediterranean Market. Volgens de Lonely planet is dit the place to be voor de ingredienten voor een geslaagde picknick dus gingen we ervan uit dat het ook inspiratie zou kunnen bieden voor ons avondmaal. Bij aankomst bleek de Mediterranean Market geen overdekte markthal maar een delicatessenzaak met bijpassend prijskaartje. We kochten er lekkere worstjes en vulden de maaltijd aan met goedkopere ingredienten bij de supermarkt. Een probleem waar we namelijk zowel in Australie als in Nieuw-Zeeland constant tegenaan lopen zijn de mega verpakkingen waar het vlees betreft. Aangezien onze camper niet over een koelkast beschikt en wij beiden geen diehard carnivoren zijn kunnen we niks met de kiloverpakkingen in het koelvak. Al meerdere malen hebben we dit probleem, tegen beter weten in, aangekaart in verschillende supermarkten. Een kleinere verpakking maken blijkt echter niet tot de mogelijkheden te behoren. Een enkele supermarkt kent deze mogelijkheid wel maar degene die over de uitzonderlijke capaciteiten beschikt die vereist zijn voor deze moeilijke taak is toevallig altijd afwezig als wij de winkel met een bezoek vereren. Wanneer wij ook maar suggereren dat iemand van een andere counter van de versafdeling een poging zou kunnen doen tot het splitten van een grote vleesverpakking in twee kleinere stuitten we telkens op een muur van onbegrip. We moeten namelijk wel begrijpen dat de persoon van de visafdeling niet met de weegschaal van de vleesafdeling overweg kan. En dan de irritante bordjes in de supermarkten met de tekst; no passport, no service. Kennelijk werkt het principe niet de andere kant op; je kan zwaaien met je paspoort tot je een ons weegt maar service krijg je niet. grrrrrrr
Bij hostel Bumbles konden we op de parkeerplaats slapen en tegen een vergoeding gebruik maken van de voorzieningen van de accomodatie. 's Avonds begaven we ons op de dansvloer van de buffalo club. We troffen het want het was Topless Tuesday. Bij deze feestelijke gelegenheid krijgen mannen de gelegenheid hun ontblote bovenlijf te tonen en mogen vrouwen in bikini flaneren. Als beloning voor het vertoon van een ontbloot lichaam krijg je dan je drankjes voor de halve prijs. Uiteraard deden wij hier niet aan mee. Zelfs de verschrikkelijke hitte door de aanwezigheid van een brandend haardvuur midden in de club trok ons niet over de streep. Met een sticker op de sleutel van ons hostel kregen we voor middernacht elk tweede drankje gratis en gelukkig was er na middernacht een vriendelijke Zwitserse puber met ontbloot bovenlijf die wel een bestelling voor ons wilde plaatsen. We ontmoetten drie Engelsmannen met bizar goede paaldanskwaliteiten. Marta besloot ook een poging te wagen. Ervaringen in het verleden hadden mij geleerd dat paaldansen niet mijn sport is dus ik liet het buitenkansje schieten. Op deze memorabele avond ontdekten we een nieuw drankje; bacardi- pinaple juice, erg lekker voor bij tropische temperaturen! Terwijl de engelsmannen een uitstapje maakte naar een andere bar integreerde ik met een Israelier met heel veel haar. Dit bleek erg vervelend omdat je dan elke keer dat je iets tegen elkaar wilt zeggen heel veel haar in je gezicht krijgt. Na enige tijd kwamen de engelsmannen terug en hebben we ze erg beledigd doordat we hun namen vergeten waren. Alsof dat nog niet erg genoeg was deed Marta er nog een schepje bovenop. Ze trok de muts van het hoofd van de arme Simon zijn hoofd waardoor zijn zwaar terugtrekkende haargrens aan het licht kwam. Hierop sprak Marta de woorden; oh, now I understand why you're whearing the head....
Gelukkig waren er daarna nog wel gezellige Spanjaarden met goede dansmoves die ons gezelschap wilden houden. Na een verschrikkelijk ordinaire bikini bash gingen om 3 uur 's nachts de tl-lampen aan bij wijze van sfeervolle afsluiting van de avond, tijd om de camper op te zoeken.ationaliteiten waren er nog meer behalve pools, nederlands

Toen was het dan eindelijk zover; Marta ging Bunjeejumpen. Ik had besloten me in verband met snel ontwrichtende heupen en schouders niet aan de krachten van het elastiek over te geven. Toen Marta 's morgens stuiterend wakker werd wist ik al dat het goed zat. Na een smoothie als galgenmaal gaf ik haar over aan de krachten der natuur. Terwijl ik een ontspannen middagje in Queenstown doorbracht storte Marta zich van een 43 meter hoge brug. De mensen van de organisatie hadden haar geinstrueerd goed te duiken want dan zou ze misschien met haar vingertoppen het water kunnen aanraken. Onze geluksvogel ging tot haar middel onder! Toen ze weer boven water kwam was ze twee oorbellen armer... Aan het eind van de middag kreeg ik haar weer heelhuids terug. We overnachten op DOC camping Moke Lake tussen de schapen voor het ware Nieuw-Zeeland gevoel.

We ontwaakten door het getik van regendruppels op het dak van onze campervan. Dit zette meteen de toon voor de rest van de dag, regen, regen, regen. We besloten de dag maar zo goed mogelijk te besteden door veel kilometers te maken. We reden een heel eind richting Milford Sound en campeerden op de DOC camping Lake Gunn. Het water kwam nog altijd met bakken naar beneden dus het duurde uren voordat we onze twee blikken soep op het campingstelletje onder de achterklep van de camper hadden opgewarmd. Tot op het bot verkleumd en hongerig vielen we in slaap.

Toen Marta de ochtend erop de camperdeur opendeed werden we begroet door een enorme zwerm zandvliegen. Vervelend maar ook een teken van beter weer want zandvliegen houden niet van regen. We reden naar Milford Sound waar we een mooie cruise maakten door de fjorden. We voeren op een kleine boot tussen de enorme fjorden, besneeuwde bergen en watervallen, erg indrukwekkend! Een speelse zeehond besloot een stukje met ons mee te zwemmen en kuddes zeeleeuwen lagen te luieren op de rotsen. De terugrit van Milford Sound naar Te Anau zag er met het goede weer een stuk beter uit. We stopten onderweg bij de Chasm, een natuurgebied waar we een bushwalk maakten en het water over de rotsen zagen bulderen. Van een jongen die werkzaam was op the Encounter, de cruisse op de Milford Sound, hadden we de tip gekregen om bij de donation box van het pad af te gaan en door de bossen heen naar beneden te lopen. Dit minipaadje bracht ons bij een verlaten swimminghole. Helaas was het te koud om te zwemmen maar het was er wel erg mooi. We maakten nog een stop bij de Mirror Lakes, grote heldere meren waarin de bergen weerspiegeld werden. Aan het eind van de middag kwamen we aan bij Te Anau waar we een plaatsje op een camping wisten te bemachtigen. We zaten nog even lekker in de zon alvorens van een tv-avondje te genieten.

De dag erop bracht wederom regen die onze aanvankelijke plannen om een paardrijrit te maken in het water gooiden. We hadden geen zin om verder te reizen dus besloten we tot een relaxdagje in Te Anau. 's Morgens slenterden we wat langs het meer en door het dorp. 's Middags vermaakten we ons op de schommels en de evenwichtsbalk van de speeltuin op de camping en maakten we een eetlustopwekkende boswandeling. We bereidden en heerlijke risotto in de campkitchen en nestelden ons voor de televisie om een leuke film te kijken. Maar helaas, er was rugby op televisie en we moesten wachten tot Engeland had gespeeld. Toen Engeland eindelijk was geweest was de film bijna afgelopen. Toen Marta van zender wisselde kreeg ze het nog aan de stok met een Italiaan. Voor ze van zender wisselde vroeg ze nog of iemand daar bezwaar tegen had maar ze hoorde het boze gemompel van de chagrijnige Italiaan achter in de lounge niet. Hij werd heel boos en ging vervolgens in zijn eentje zitten broeden op wraak. Na 10 minuten kwam hij naar Marta toe en vroeg waar ze vandaan kwam. Toen Marta antwoordde dat ze uit Nederland kwam zei hij ' oh, I could have known' waarna hij weg liep. We begrepen niets van deze opmerking maar gaan er maar vanuit dat hij deze reactie bij elk willekeurig land zou hebben gegeven.

Om twaalf uur 's nachts was ik jarig. Marta had slingers van wc papier opgehangen in de camper en bracht verschillende verjaardagsliederen ten gehoren. Ook deed ze een dansje voor de Maori goden in de hoop hiermee wat mooi weer voor de volgende dag af te troggelen. Het was al donker maar als ik Marta moet geloven heeft ze erg haar best gedaan met uitpuilende ogen en uitgestoken tong. De dans had echter niet het gewenste effect want de volgende morgen regende het. Ik kreeg ontbijt op bed bestaande uit een stuk chocoladecake met een brandende lucifer erin bij wijze van kaarsje, heel feestelijk! Na een uitgebreide skypesessie met mijn ouders gingen we uitgebreid lunchen met panecakes met maple sirop, banaan, vanille ijs en slagroom. Na de lunch reden we naar Invercargil om de laatste inkopen te doen voor de komende dagen. We waren namelijk onderweg naar National Park the Catlins. Gewapend met een camper vol boodschappen, allerlei informatiefolders van de touristinformatoin en een volle bezinetank reden we het gebied in. We waren van plan de avond door te brengen op een camping in Curio Bay omdat we hadden gehoord dat dit een goede plek was om de zeldzame Yellow-Eyed Pinguin te spotten. Bij aankomst in Curio Bay regende het nog altijd pijpenstelen en bleek er op de camping een gebrek aan schuilplaatsen. Dit deed ons besluiten door te rijden naar Slope Point. Een gevaarlijke tocht omdat delen van wegen onderwater lagen door de regen in combinatie met hoogtij. In Slope Point vonden we gelukkig een backpackers waar we in onze camper konden overnachten. In de keuken van de backpackers zaten allemaal verregende backpackers die zich probeerden op te warmen. Ondanks de barre omstandigheden was de sfeer erg goed. Iedereen kletste met elkaar en er werden voedselvoorraden uitgewisseld zodat iedereen een lekker maaltje had. Wij gaven ons gehaktoverschot aan een groep Duitsers en kregen er een halve ui voor terug, deze smaakte erg goed door onze couscous. Een Nederlandse jongen, Marcel, verblijdde we met wat ketchup voor bij zijn aardappeltjes. Toen alle buikjes vol waren werden er verjaardagliederen in alle talen voor me gezongen. Vervolgens gaf Marcel ons tips voor de 9 uur durende tussenstop in Hong-Kong op onze terugvlucht naar Nederland. Hij had zichzelf ook een aantal uren in deze stad vermaakt onderweg naar Nieuw-Zeeland dus kon ons goed adviseren. Na het uitwisselen van reistips leerde Marcel ons en een aantal Duitsers Keezen, een soort mens-erger-je-niet met kaarten. Ter eren van mijn verjaardag werd er een heerlijk Hollands komijnenkaasje aangebroken en gingen we aan de bacardi-limonade. Zo kwam er aan deze regenachtige dag toch nog een feestelijk einde.

Heel veel liefs, Violet

PS; beeldmateriaal bij dit verhaal heb ik per ongeluk bij de vorige fotomap gezet

Zuidereiland; week 1

Lieve familie, vriendjes en vriendinnetjes,

Inmiddels alweer enige tijd geleden bracht de InterIslander ferry ons van Wellington op het Noordereiland naar Picton op het Zuidereiland. Terwijl ik 3 uur lang naar de verhalen vande bejaarde praatgrage Kiwi luisterde, die tegenover me had plaatsgenomen, was Marta weggekropen in haar boek. Halverwege de overtocht werd de zee steeds wilder en Marta steeds bleker. Ze was niet de enige; toen ik om me heen keek zag ik overal mensen met bleke gezichten stilletjes voor zich uit staren, sommige met het bekende papieren zakje al in de aanslag. Gelukkig hield iedereen in het deel van het schip waar wij ons bevonden zijn ontbijt binnen. Al snel kwamen we in rustiger vaarwater en trok Marta weer wat bij. We voeren door de MarboroughSounds, een mooi natuurgebied van eilanden met bergen, weiden en stranden gevormdtoen de zee de diepe valleien van dit gebied onder water zette na de laatste ijstijd. Zodraonze trouwe camper weer vaste grond onder de wielenhad reden we naar het dorpje Nelson. Hier completeerden weonze planning voor het Zuidereilandonder het genot van een drankje in de namiddagzon, een verademing na het verregende, windy Wellington. We belden de ouders van dr. Morley met de vraag of we misschien een nachtje in hun Bed&Breakfast in Paroa konden overnachten. Helaas hadden ze die week familie over de vloer en was er geen plek voor ons in de herberg. Erg jammer want nu zullen we nooit wetenwaar dr. Morley zijn onuitputtelijkepositiviteit vandaan had. We kregen vorige week een mailtje vanHong. Hijis inmiddels afgestudeerd en werkt als intern in Flinders Medical Centre. Hij was dr. Morley tegengekomen en die had gevraagdhoe het met ons ging; hijwas ons nog niet vergeten! 's Avonds deden wegroot inkopen bij de supermarkt. De volgendedag zouden we voor een aantal dagen het Abel Tasman National Park intrekken en daarzijn geenvoedselvoorzieningen. We overnachten op een freecampparkeerterrein.

We stonden al vroeg op om naar Marahau te rijden waar we gingensea kayakken. We kregen eerst uitgebreideinstructies over het gebruik van deKayak en watte doen alser ietsmis zou gaan. Daarna kregen we uitleg over het gebied wat we konden bevaren enuitleg over de getijden en destand van de wind. In onze groep bevonden zich twee zeer irritante Duitsers dievonden dat ze de uitleg niet nodig hadden en daarom dus ook niet opletten.Ze 'hadden alvaker gekayakt en wisten alles al'.Vervolgensdeden ze alles steeds verkeerd en moest allesopnieuw voor ze worden uitgelegd. Na een korte 'test' in het water werden we bekwaambevonden om de Tasman Sea tebevaren.Het landschap van eilanden, groene bergen en kleine strandjes was prachtig. Ik zat voorin de kayak en Marta achterin. In het beginging het wat moeizaam maar algauwvormdenwe een ijzersterk team. We kayakteneerst naar Fishermans Islanden voeren daarna door naar Adele, een groter eiland. Op de punt van het eiland lagen zeehondenmoeders met hun zeehondenpupstezonnebaden, heel schattig!We besloten op een van de strandjes van Adele te lunchen. Helaasverdween het strand al snel onder onze voeten, het werd hoogwater. We sprongen weer in de Kayak en peddelden naar Apple tree bay op het vaste land om onze lunch voort te zetten. Daar lagen we nog een uurtje lekker in de zon te genieten van de kwetterende vogels voordat we weer aan het werk moesten. De tocht terug naar het 'beginstrand' was zwaar. We voeren, noodgedwongen, schuin op de golven wat evenwichtsorgaan niet zo kon waarderen. We bereikten heelhuids het vaste land maar de avond was zwaar, we werden getergd door een verschrikkelijke spierpijn in onze armen...

The day after was de pijn in onze armen wonder boven wonder een stuk afgenomen. We reden naar split apple rock, zoals de naam al aangeeft een rots die grote uiterlijke gelijkenis vertoond met een doormidden gespleten appel. Daarna reden we door naar de DOC camping in Lyell, die naast enkele andere campeerders werd bewoond door minstens 2 miljard zandvliegjes. Deze kleine beestjes hadden een enorme trek in menselijk bloed en lieten zich niet afschrikken door een laagje antimuggenspray. Het was erg koud waardoor het een uur duurde voor we onze eitjes hadden gekookt. Na ons schrale bushavondmaal besloot ik me terug te trekken in onze beschutte sleepervan. Ik bleek echter niet de enige met dit plan. In onze camper hadden in onze afwezigheidhonderden zandvliegjes hun intrek genomen.Ik bleek in staat tot een massamoord, best schrikken... Marta integreerde ondertussen met een Deense goudzoeker. Door het gezelschap van de vele zandvliegjes had hij weinig concurrentie in het gebied. Helaas was de buit tot dusver toch schraalen keerde Marta uiteindelijk zonder buit terug naar de camper.

De volgende dag reden we naar Punakaiki waar wewederom getrakteerd werden op een van de vele wonderender natuur.In Punakaiki bevinden zich namelijk de Pancake rocks, rotsen van limestone die door weer, wind en zee het uiterlijk vertoon vaneen stapel dampende oud-hollandsche pannenkoeken immiteren.De zee maakt een enorme stampij tussen de rotsen waardoor het water bij hoogtij soms enkele meters omhoog komt. Deze rotsformaties worden de blowholes genoemd. Wij waren zoals gewoonlijk niet op het juiste moment op de juiste plek maar we konden onser aan de binnenkant van onze ogen een goede voorstelling van maken. Aan het eind van dewandeling door het natuurgebied rammelden onze maagjes en sloeg onzefantasie op hol.In mijn gedachten ontvouwde zich het concept van de pancake rock bij wijze van lunch.Enkelepannenkoeken op elkaar gestapeld, gescheiden door laagjes jam, room en verse vruchten. Helaas was er geen enkele briljante geest op ditplan gekomen en was erin alle tweede eetgelegenhedendie Punakaiki rijk is geen pancake rock op de menukaart te vinden. Zelfs depannenkoek schitterdevan afwezigheid. Teleurgesteld dropen we af naar de camping.Het aanblik van de camping vrolijkte ons gelukkig al snel weer op.De camping was prachtig gelegen tussen de Porari river, de zee en de bergen. Demiddag brachten we met een boek aan de rivierdoor.Het rivierwater kwam rechtstreeks uit de bergenen was ijskoud. Gelukkig werd het niet dieper dan kniehoogte dus we kwamen niet in de verleiding om te gaan zwemmen. Aangezien we nog altijd geen supermarkt waren tegengekomen gebruikten we het diner in de plaatselijke taverne.Bij binnenkomst zaten alleetersnaar het journaal te kijkenterwijl ondertussen op de achtergrond een country muziekje werd gespeeld. De ideale eetgelegenheid voor als je liever niet met je tafelgenotenwenst te communiceren dus.Aangezien Marta en ik al3,5 maand samenzijn konden we het wel aan. Naeen lekkere burger metgoede frietmaakten we eengezonde avondwandelinglangshet strand en de parori river. We zagen een prachtige zonsondergang en ik plukte een mooi boeket veldbloemen dat jammergenoeg deterugtocht naarde camping niet overleefde.

Met het krieken van de dag stonden we alweer in de startblokken om de rest van het gebied te verkennen. Wewandelden overde truman track maar vonden ditwat teleurstellend.We besloten de parori river track verder af te lopen en deze lag er gelukkig nognet zo mooi bij als de dagervoor. We reden een flink stuk langs de westkust tot we inde middag aankwamen bij Hokitika, een klein goudmijnersstadje. We vielen met onze neus in de boter want de jaarlijkse tentoonstelling Driftwood and Sand was net van start gegaan. Bij Driftwood and Sand worden kunstenaars uitgedaagd om op het strand van Hokitika met uitsluitend aangespoelde spullen een kunstwerk te fabriceren. De werken worden vervolgens een week tentoongesteld waarna een vakjury een winnaar kiest. Het publiek wordt uitgenodigd om een eigen kunstwerk te maken tussen de werken van de kunstenaars in. Deze kans hebben we aan ons voorbij laten gaan. Wel hebben we erg genoten van alle creatieve uitspattingen op het strand. Allemaal erg orginelebouwsels met veel humor. Hokitika is met name bekend om zijn vele arts and grafts winkeltjes waarin sieraden van greenstone worden verkocht. Greenstone is een vorm van Jade die veel in Nieuw-Zeeland, met name op het Zuidereiland, gevonden wordt. We keken wat rond in de winkeltjes en bezochten een van de fabrieken waar het steen bewerkt wordt. Nadat weonze voedselvoorraden hadden aangevuld reden we naar de DOC camping Mahinapua. Zodra we arriveerden begon het keihard te regenen en dit hield de rest van de avond niet meer op. Wewaren genoodzaaktonze chili con carne in de luwte van het toiletgebouw te bereiden en daarna snel in de slaapzakken te kruipen.

De hele nacht bleef het regenen en onweren maar gelukkig was het 's morgens droog. We reden naar het dorpje Franz Josefen maakten een wandelingnaarde Franz Josef Glacier. Het ijs betreden was alleenonderbegeleiding van eengids toegestaan. De Franz Josef Glacier wordt door de Maori de Ka Roimata o hine Hukatera, oftewelTears of theAvalanche girl genoemd.De legende gaat over een meisje dat haar grote liefde verloor toen hij van de piek van de berg viel. Haar tranenvloed bevroor en vormdede gletsjer.Nade gletsjer van dichtbijaanschouwd te hebben liepen we naar Peters pool, een meer dat lang geleden is gevormd door het smelten van geisoleerd geraakt ijs. In Peters poolzagje bij zonneschijn de reflectie van de gletsjer, een mooi plaatje.

Het weer was inmiddels weer helemaal bijgetrokken zodat we in de namiddag in het zonnetje voor de camper een boek konden lezen. We waren weer Happy Campers!

De dag erop stond de Fox Glacier op het program. Ook hier was het betreden van het ijs niet toegestaan wat met had geprobeerd zo goed mogelijk duidelijk te maken door overal grote borden met afschrikwekkende teksten in vette, rode letters te plaatsen. Op sommige borden stond een afdruk van een krantenartikel dat berichtte over het drama dat zich in 2009 op de Fox Glacier had afgespeeld. Twee eigenwijze toeristen zijn toen bedolven onder vallend ijs omdat ze de waarschuwingsborden negeerden en zonder gids het ijs op gingen. De trieste geschiedenis wordt nu gebruikt omde huidige bezoekers afschrikken. Voor zover wij hebben kunnenzien werktdeze tactiek. Nadat we de gletsjer hadden bewonderd begon het weer te regenen. We reden de hele middag richting het zuiden over een prachtige route met veel watervallen. Voor de nacht vonden we een slaapplek op de DOC camping in Albert Town. Het koken was wederom een enorme uitdaging. Aangezien we maarovereen gaspit beschikken moesten we eerst de pasta koken alvorenswe de sauskonden bereiden.Er was geen plek om ons gasstelletje neer te zetten dus kookten we maar op de grond, tot de grond vlam vatte...Gelukkig was het brandje snel geblust.Er stond een verschrikkelijk harde wind waardoor het ons gasstelletje veel moeite kosttede pannen te verwarmen. Halverwegede bereiding van de pastasaus gebeurde dan ook het onvermijdelijke;de gasfles was leeg. We hadden geen reservefles meerdusvereerdeik onze medecampeerders met een bezoekje.Ik had alsnel beet en kon een nog volle gasfles van een groep italianen overkopen. Toen we net back on track waren en onze saus bijna klaar was kwam een van de Italianen naar onze camper gelopen. Hun gasfles was ook op dus wilden ze hun eigen gasfles weer terugkopen. Big Buisseness op de camping in Albert Town.Na een heel avontuur hadden we uiteindelijk toch een lekkere maaltijd.Terwijl we nog zaten te nagenieten in de camper ging mijn telefoon. Ik was net te laat met opnemen maar zag dat ik een gemiste oproep van moeder had.Ik werd overvallen door een grote angst. In de afgelopen 3,5 maand hadmoeder nog nooit gebeld dus er moest wel iets heel ernstigs zijn. Met bonzend hart belde iknaar huis. Ik kreeg een vrolijke moeder aande telefoondie even wilde melden datze me een mailtje had geprobeerd te sturen maar datze het mailtjeweer terughad gekregen. Of mijn mailbox misschien vol was? Veel commotie om niks dus.

Tot zover onze avonturen tot dusver! Hopelijk was deze lengte wat beter te behapstukken!

Veel Liefs, Violet

He ao, he ao, he ao tea roa

Lieve allemaal,

vervolg vorige blog;

De volgende dag was het alweer tijd omverder tereizen.We vonden het bijna jammer omdat we het zo naar ons zin hadden gehad bij Kristel. Het was heerlijk om eventjes een'thuis' te hebben na zolang reizen enlekker te kunnen relaxen.We reden naar Hamiltonen maakten een quick stop bij de Gouda CheeseShop waar we lekkere belegenNederlandsekaas haalden.Wat was datgenieten na 3 maanden dat bleke plasticdat ze hier kaas noemen.... In de middag kwamen we aan inRotorua, een stad die in een geothermisch gebied van vulkanische oorsprong ligtwaardoorhet overal stinkt naar rotte eieren. 's Avondsdeden we een tour naar Tamaki, een Moaridorp 15km ten zuiden vanRotorua.In de busrit naar het dorp toe moest er eengroepleider worden gekozen die ons kon vertegenwordigenbij het welkomstritueelvan de Maori.Bij aankomst in het dorp werd de'haka', krijgersdans, uitgevoerd waarbijdeMaori hun ogen laten uitpuilen en hun tong uitsteken omdevijand angst aan te jagen. Pas nadatde groepsvertegenwordigershun welkomsgeschenk hadden aangeboden en dit door hetMaori stamhoofd was geaccepteerd konden we het dorp betreden. De Hongi, de Maori begroeting, heeftveel weg van hetneuzelen van de Eskimo's.Men begroet elkaar doortweemaal met deneuzen tegen elkaarte tikken. Na een rondleidingdoorhetMaori dorp en uitleg over deleefgewoonten van de Maori volgde een concert waarbij de Maoritraditionele liederen zongen. Ook kregen we de Maori Poi te zien, een dans uitgevoerd met ballen aan touwtjes. Na het concert was het tijd voor het diner, Hangi. Hangi is voedsel dat bereid wordt onder de grond. Men verwarmd eerst stenen en begraafd deze vervolgens samen met voedsel in manden onder de grond. Na 3-4uur wordt hetvoedsel weer opgegraven en is het klaar om op te eten. Wij kregen een buffet van verschillende groenten, aardappelen en vlees. Als toetje was er een cake die ook onder de grond was bereid. Het eten smaakten alsof het gestoomd was. Na een afsluitende ceremonie werden we met de bus weer teruggebracht naar het centrum. De hele tour was ergtoeristisch maar het was een goede manier om veel over de Maori cultuur te weten te komen.Vanuit het centrum reden we naar een DOC camping waar we over gehoord hadden bij het information centre die middag. DOC staat voor department of conservation en deze organisatie verzorgt bushcampings met minimale voorzieningen waar je voor weinig geld kan overnachten. Helaas liggen de campings wel wat afgelegen dus we moesten er een stuk de stad voor uit rijden. We hadden bij het information centre gevraagd of we moesten bellen of mailen om een plekje te reserveren maar dit was volgens de mevrouw aldaar niet nodig, we konden er gewoon 's avonds heenrijden. Toen we in de middle of nowhere in het pikdonker eindelijk de camping hadden gevonden bleek de slagboom gesloten na 9pm en konden we er niet meer in. We hadden geen plan B en besloten daarom maar naar de dichtsbijzijnde huizen te rijden. Hier hebben we onze campervan langs de weg gezet bij een huis waar licht brandde, dat vonden we een veilig idee.

We hadden een prima nacht en dat voorhelemaal gratis, alleen jammer dat er geen WC was....We stonden al vroeg op om te voorkomen dat we door de politie zouden wordenweggestuurd, we wilden namelijk graag de eer aan onszelf houden. We bezochten Te Puia, een Maori centre beroemd omde aanwezigheid van de Pohutu Geyser. We kregen een rondleiding van Shane, eenwannabe-Maori. Hij vertelde ons geen'echte' Maori te zijn omdat officieel alleen de stammen die het Verdrag van Waitangi hebben ondertekent Maori zijn. Dit is een verdrag uit 1840waarin de Maori chiefs Queen Victoria als hun vorstin erkende en zij hen als volwaardige onderdanen van de Britse kroon. De ondertekening van dit verdrag op 6 februari 1840 wordtnog elk jaar gevierd met een nationale feestdag. Een nationale feestdag op 6 februariis natuurlijk een geweldig idee!Eenfeestdag is het echter meer voor de Britse NZ-landers dan voor de Maori's want na het ondertekenen van het Verdrag van Waitangi werd veel van hun land ingepikt door Britse immigranten. Shane bleek een goede verteller en hij heeft ons veel geleerd over de Maori cultuur. Hij bracht ons naar een Wharenui, een Maori meetinghouse. Hierleerden weMaori spellen spelen die met name bedoeld zijn om snelheid en oog-hand-coordinatie te trainen, deze vaardigheden komen goed van pas tijdens het jagen.Hij vertelde uitgebreid overhoe de Maori vanuit Polynesie naar Nieuw-Zeelandenover hun gewoonten en gebruiken.Shane legde ook uit hoehet komt dat de Nieuw-ZeelandersKiwi's worden genoemd. Deze naamverwijst niet naar Nieuw-Zeelandsnationale trots, de Kiwi vogel. De naam Kiwi's danken deNieuw-Zeelanders aanhet schoensmeer dat de Nieuw-Zeelanders in de oorlog gebruikten.De soldaten gebruikten namelijk schoensmeer vanhet merk 'Kiwi'. Frappant is datdit merk schoensmeeruit Australie komt.
Nadat Shane ons heel veel had verteld nam hijuitgebreid de tijd om al onze vragen te beantwoorden, inclusief de vrageneen aantal kinderen op de eerste rij dievandeze mogelijkheid goed gebruik maakten.Vraag: waarom steken jullie je tong uit bij het dansen? Antwoord: om je bang te maken. De tourbrachtons vervolgens naar het Kiwi huis. Hier warentweeexemplaren van deze bijzondere vogelste bewonderen.Er kunnen niet meer dan twee vogels ineen hokworden gehouden omdat de vogels paartjes voor het levenvormen en erg territoriaal zijn. Wanneerde partner van een Kiwi overlijdtblijft de vogel voor de rest van zijn leven alleen, echte liefde! DeKiwi is een grappige vogel om te zien.Bij gebrek aan functionerende vleugels ofvoorpotenloopt de Kiwialleen opzijn (achter)poten, wat een wankele indruk maakt.Tijdens het lopen wiegt hij met zijn lijf steedsvan achteren naar voren, onderwijl met zijn snavel in de grond pikkendop zoek naar voedsel. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat deze vogel metuitsterven bedreigt wordt.DeKiwi maakt geen bijster intelligente indruk,kanzich niet verdedigen met vleugels of voorpoten, kan bijna niet zien, verdomt het om een nieuwe partner te zoeken wanneer er een onverhoopte relatiebreuk plaatsvindt endan is de vogel ook nog eens zodom om zijn eieren in de grond te leggen waar ze een gewildedelicatesse vormen voor andere dieren. 95% van de Kiwi'shaalt de leeftijd van 6 maanden niet. Van de kiwi's konden helaas geen foto's genomen worden in verband met hun kwetsbare ogen. Na het kiwi huis leidde de tour onsnaar het geothermische gebied. Door degeothermische activiteit van vulkanische oorsprong in het gebied hebben zich grote bubbelende modderbaden, borrelende waterreservoirenen geisersgevormd. Allereerst bewonderden we de mudpools. Wanneer de gasbellenzich naar de oppervlakte bewegen door de dikke modder vormenzich mooie modderswirls. Daarbij maakt het ontsnappen vaneen gasbel uit de dikke drab een gezellig en rustgevend ploppend geluid.Ik had er uren naar kunnen staren maar helaas kwam er een groep onbeschofte Japanners die zich al duwend en trekkend naar voren werkte waardoor er opeens een dikke rij Japanners was die ons van de mudpools scheidden. Sommige Japanners mompelden nog een ietwat verontschuldigend 'sorry' alvorens je een hoekstoot te verkopen.Zo fijn, van die gemanierde mensen.
Gelukkigwas het volgende programmapunt van de tour ook niet mis, de beroemde Pohutu Geyser. Deze geiser is de grootste in het gebied en spuit gemiddeldtweemaal per uur kokend water uit met een straal die soms wel 20 meter hoog is. Uiteraard ging het toen wij het park bezochten anders dan normaal en gedurende de 5 uur dat wij in het parkverblevenhieldPohutu zich gedeisd. Heel flauw! Maar gelukkigspotendebroertjesen zusjes van Pohutudat het een lieve lust was. Weliswaar nietzo hoog maar zeker net zo indrukwekkend. We wandeldenop ons gemakjedoor het park enlieten de bizarre bubbelende en stomende omgeving op ons inwerken.Ook de alom aanwezigezwavellucht droeg aan de bijzondere ervaring bij.De kale,door zwavelverkleurde stenen met de borrelende poelen staken vreemd af tegen de groene bergen opde achtergrond. Toen wede bijzondere indrukken op ons netvlies eindelijk een plekje hadden kunnen gevenzatde dienst van tourguide Shane erop.Daarom moesten we het laatste deel van het parkop eigen houtje verkennen. We keken rond in de houtkerf school waar uitleg wordt gegeven overde technieken die de Maori's gebruiken om hout te bewerken.Deruimte diende ook als leerplaats voor jonge Maori's om de kunst van de oudere Maori's te leren. Zo was erook een weefschool waar de Maori vrouwen demonstreerden hoemet de dradenuit de bladeren van de flax, een veelvoorkomende plant in Nieuw-Zeeland,kleding en huishoudelijke artikelen gemaakt konden worden.
Na een kopje warme chocomel om op krachten te komen bezochten we het museum van het park. Sommige Maori stammen geloven dat Kupe als eerste Nieuw-Zeeland ontdekte, andere geloven datMaui de eerste was.In het museumwas een tentoonstelling over de ontdekking van Nieuw-Zeeland door Kupe. Kupe was een stamhoofduiteen land dat Hawaiki heette.Kupejaagde op een enormewheke, octopus, die de visvangst inHawaikiverstoorde. Hij achtervolgde de wheke helemaal over de pacific ocean in zijn waka, kano, tot hij bij een misterieus land kwam dat gehuld was in een grote witte wolk. Hij noemde dit land Aoteorea, het land van de grote witte wolk. Kupe achtervolgde de wheke over het hele Noordereiland enslaagde er uiteindelijk in om hem in het water tussen het Noordereiland en het Zuidereiland te vernietigen. Over het heleNoordereiland heeft deze achtervolging zijn sporen achtergelaten en de tentoonstellingbestond uit een fotoreportage van detekenen vanKupe op het eiland.
De tweede tentoonstelling in het museum vertelde het verhaal van Ngatoroirangi, een hogeMaori priester, afkomstig uit Hawaiki.Een ontdekkingsreis bracht hem naarAoterea, Nieuw-Zeeland.Een lange reis bracht hem bij een enorm gebergte, dat tegenwoordig bekend staat als hetTangariro gebergte.Hij besloot de Tongariro te beklimmenvanwaar hij een mooi uitzicht zou hebben over hetland dat hij ontdekt had. ToenNgatoroirangibijna de top van de Tongariro had bereikt werd hijbevangen door de kou en was hij bang dat hij zou sterven. Uit wanhoopriep hij zijn zusters, Te Pupu en Te Haota, om hulp. Te Pupu en Te Haota reisden vanuit de spirituele wereldonder zee en waterin devorm van vuur naar hunbroer toe.Op elke plek waar de zusters stopte omuit te rusten of om uit te kijken naar hun broer lieten ze een deel van hun vuur achter. Zo ontstond het geothermische gebied dat vandaag de dag nog altijd bestaat. Ngatoroirangi werd gered.
Moe maar voldaan verlieten we het park Te Puia, een prachtig park waar we veel geleerd hebben.Weovernachtten op een camping met privetoegang tot een hotwater beach. Dit zijn stranden waar je een diepe kuil kan graven die zichvervolgens vult met warm water uit de grond. Hier kan je dan lekker in baden.Het was al laat toen we bij de camping aankwamen dus we besloten deze ervaring voor de volgende dag te bewaren.

Al vroeg vertrokken we, gewapend met een geleende schop, richting strand. We waren de enige op het strand en konden de kunst dus van niemandaf kijken. We hadden wel over de hotbeaches gehoord maar het nooit in het echt aanschouwd dus begonnen we wat onzeker een gat te graven in het zand. Het water wat in onze kuil stroomde was koud! Dat was niet de bedoeling. We besloten het een stukje verderop te proberen. Ditmaal liep er warm water in onze kuil maar dit water werd vergezeld door een dikke laag modder. Het beeld van de lauwe modderpoel die we gecreeerd hadden kwam niet helemaal overeen met de voorstelling die we ons tevoren van deze experience gevormd hadden. We besloten dat dit niet aan ons besteed was en gingen over op plan B, een warme douche op de camping, zonder modder. Toen we bij de receptie probeerde te achterhalen waar het mis was gegaan kwamen we niet veel verder. Waarschijnlijk kwam het door de flinke regenval van de nacht ervoor. Die middag bezochten we Hell's gate, een ander park met veel geothermische activiteit. Ook hier keken we weer onze ogen uit terwijl we ons een weg baanden over het ruige terreinvan rotsen en stinkende, bubbelende poelen. 's Middagsbegonnen we aan de rit naar onze volgende bestemming, Taupo.Hier wachtte ons nog een bijzondere ervaring. We hadden namelijk een gouden tip van Kristel gekregen.Ongeveer halverwege de 80km lange wegvan Rotorua naar Taupomoesten we een afslag nemen die ons het bos in leidde.Deze weg leidde onsnaar een peperdure spa waarwe langs moesten rijden.Vlak achter de spareden we over een bruggetje waar watauto's geparkeerd stonden. We konden ons bijna niet voorstellen dat we 'de plek van bestemming'gevonden hadden. Toen weeen stukje het bos in liepen bleek dit wel degelijk het geval.Voor ons lag een klein bergmeertjewaar enkele mensen in lagen tebaden. Depoel werd gevormd doortwee bergmeren die fuseerden ensamen verder stroomden. Het enemeer voerde ijskoud water aan, het andere heel heet water.In de poelis er daarom een koude stroom, een warme stroom en een plek in het midden waar het water een gemiddelde temperatuur heeft aangenomen. Heel grappig!Marta vond het zo fijn dat ik haarbijna niet meer de auto in kreeg maar uiteindelijk is het gelukt. We vervolgden onze reis naar Taupo waar we aan het eind van de middag aankwamen.Met spoed begaven we ons richting information centre wat Marta had een belangrijke activiteitgepland voor de volgende dag.Haar diepste wens was namelijk omhet Tangariro gebergtete voette doorkruisen, een wandeling weggelegd voor echte bikkels. Hiermee sluit ik mezelf af van deelname. Deze wandeling kan echter alleen plaatsvinden als de weergoden een goede bui hebben en dus moet je een dag tevoren bij een information centre checken of dewandeling wel plaats kan hebben. Martakreegeen groen licht! Naast het groene licht kreeg ze ook allemaal goedbedoelde tips van de I-site mevrouw. Deze dame kwam niet graag voor verassingen te staan en adviseerdeMarta zelfs handschoenen mee te nemenvoor als het plotseling koud werd. Nou isonze Marta niet van poppenstront enhad ze,domdomdom, geen handschoenen meegenomen uit Nederland, dus besloten we dat een paar sokken in gevalvan noodook primaals handschoenen kon functioneren. 's Avonds kookten we een heerlijk maaltjein de campingkeukenwaarvan het groentecomponent bestond uit pompoen en mais. De pompoen op de BBQ was een experiment, dat goed uitpakte, ware het niet dat we er wel een hele stam in afrika mee hadden kunnen voeden. Gelukkig was er een Brits stel aan wie we de overgebleven pompoen konden slijten. Tijdens het koken van de maisverbrandde ik mijn hand aande kookplaat en liep ik ernstige brandblaren op. In de hoop nog iets van functie in mijn linkerhand te behouden ging ik, uiteraard na het verorberen van de maaltijd, naar dereceptie om tevragen of ze misschien wat brandwondenzalfvoorradig hadden.Demevrouw van de receptie, duidelijk aangedaanbij het zien van mijn verminkte hand,toverdein no time een mooie, spliksplinternieuwe tube antiburn tevoorschijn. Ik voelde mewat schuldig dat ik die fonkelnieuwetube aan moest breken en smeerde voorzichtig eenkleine druppel van het goedje overde blaren. Hier was dereceptiemevrouw het echt niet mee eens, ruim aanbrengen stond immers op de tube. Ze nam de tube van meover en appliceerde een 2 centimeter dikke laagvan de vette creme overhet hele oppervlak vanmijn handpalm. Over twee uur moest ikme opnieuw meldenom een nieuwe laagaan te laten brengen.De rest van de avond liep ik met eenenormdikke laag creme op mijn hand die ik er niet af durfde te halen uit angst dereceptiemevrouw te beledigen. Erg praktisch was het echter niet. Ik kreeg zelfs tissues van eenman aangeboden omdat hij dachtdat ik iets vies op mijnhand had. Ik besloot de 2e applicatieronde maar te skippen....

Voor dag en dauw stond Marta op om aan haar wandeling te beginnen. Met 8 lagen kleding voor alle weertypes en rantsoen waarmee ze zo nodig een week in de bergen zou kunnen overleven ging ze op reis. Ik draaide me vervolgens nog eens om voor een schoonheidsslaapje. De dag bracht ik in ledigheid door. Ik wandelde wat door Taupo, bezocht een internetcafe, lunchte in het zonnetje en gaf een interview. Jaja, echt waar. Ik was op zoek naar een mooi lunchplekje toen ik werd aangesproken door een jongeman van de universiteit van Christchurch. Hij deed een onderzoek naar de beweegredenen van reizigers om naar Nieuw-Zeeland te komen. Toen hij er een kopje koffie tegenover stelde werkte ik graag mee. Toen de recorder aanstond en de pen en het papier op tafel lagen konden we beginnen. Zoals het een gedreven onderzoeker betaamd wilde hij meteen de diepte in. Hij zocht naar een diepere betekenis van mijn reis; wilde ik aan de hectiek van de dagelijkse beslommeringen ontsnappen? was ik op zoek naar mezelf? Dat ik gewoon toe was aan een break na 5 jaar hard studeren wilde er niet in. Helaas.... maar de koffie was lekker!
Aan het eind van de middag haalde ik Marta op van het ophaalpunt. Ze had een enorme prestatie geleverd; alle voedselvoorraden waren op! Bovendien had ze ook de wandeling uitgelopen en er erg van genoten. Alle Lord of the Rings scenes waren aan haar voorbij getrokken. Ik zette Marta bij het strand af om zich een beetje op te frissen terwijl ik de boodschappen deed. Vlakbij Taupo vonden we een prachtige free-camp ground. Het was al wat later op de avond en het werd frisser dus besloten we in de camper te eten. Terwijl we van onze zelfgemaakte salade genoten hielden we onze camperburen nauwlettend in de gaten. Naast ons werd uitgebreid gekookt en er werden veelvuldig foto's genomen van de inhoud van de dampende pannen. Dit moest wel een heel bijzondere maaltijd worden. Net toen we onze nieuwsgierigheid bijna niet meer konden bedwingen werd er op onze camper geklopt. Het was een van de koks die ons uitnodigde de maaltijd met zijn vrienden te nuttigen. De misterieuze maaltijd bleek chakchouka, een tomatensaus met ui en gekookte eieren uit Israel. Ons tafelgezelschap bestond uit 4 Israeliers, een Australier en een Duitser. Wij dachten vriendelijk te zijn door onze overgebleven geroosterde paprika-hummus en brood aan te bieden. Deze geste werd echter niet goed ontvangen. Dit was geen echte 'ghoemoes' en een belediging voor de Israelische hummus. Gelukkig mochten we desondanks blijven voor de thee met koekjes. Alweer een geslaagde avond.

De volgende morgen moest er afgewassen worden. Bij gebrek aan een kraan deed Marta de afwas in de rivier tot groot genoegen van honderden eenden en de plaatselijke zwanenfamilie. De eenden vond Marta nog wel grappig, de zwanen iets minder. Het waren de grootste zwanen die we ooit hadden gezien. Nadat we de zwanen hadden afgeschud bezochten we de Huka Falls. Van de waterval waren we niet zo onder de indruk, van de enorme kracht van het stromende water in de rivier des te meer. Onze volgende stop in Taupo waren de hotpools. Ook hier was in de rivier weer een koude en een warme stroom te vinden. Het was dringen voor een plekje maar wel lekker, vooral de rug- en nekmassages van de kleine waterval. De middag brachten we in de auto door op weg naar Napier. Nadat een aardbeving in 1931 een groot deel van de stad verwoeste moest het hele centrum opnieuw worden opgebouwd. Aangezien de bouw precies plaatsvond in de hoogtijdagen van de Art Deco is deze alom vertegenwoordigd in het stadje. Vanwege zijn art-deco architectuur is het stadje zelfs genomineerd voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. Onze verwachtingen waren hoog gespannen. Het kan door de regen komen maar na het voltooien van onze stadswandeling waren we een beetje teleurgesteld. Lang niet alle gebouwen waren in art-deco stijl en veel van de gebouwen verkeerde in een deplorabele staat. We konden de nacht doorbrengen op een parkeerplaats van een hostel waar we een luie avond hebben bankgehangen met de andere hostelgangers.

Toen was het na 3 maanden dan eindelijk zover; ik ging naar de kapper! Heel fijn! Ik kreeg een eiwitmasker en daar knapte mijn door zon en zee getergde haartjes aanzienlijk van op. Daarna bezochten we de sunken gardens van Napier en reden we naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Toen we stonden te koken in de campingkeuken werden we zeer uitbundig begroet door een wat oudere vrouw. We konden haar niet plaatsen totdat ze vertelde dat haar man ons enkele minuten daarvoor had gespot en had uitgeroepen; look, there are the pumpkingirls! Het waren de mensen van de camping in Taupo die we met onze overdaad aan pompoen hadden verblijd. Het bleef de hele avond regenen dus schaarden we ons achter de televisie en keken een hele slechte film. De volgende dag regende het nog altijd en bezochten we het Te Papa museum, het grootste Maori museum van Nieuw-Zeeland. 's Avonds aten we bij de Hog's Breath cafe waar we op onze wenken bediend werden door Josh. Het begon al goed toen hij bij ons tafeltje op zijn knieeen ging zitten om zich voor te stellen; I'm Josh and I'm going to take care of you this evening'. Hij hielp me zelfs bij het grote dilemma dat de dessertkaart bij mij veroorzaakte. Zulke obers zien we graag! Met deze avond zijn we alweer bij het eind van ons avontuur op het Noordereiland. De volgende ochtend namen we de ferry naar het zuidereiland.

Veel liefs,
Violet

He ao, he ao, he ao tea roa, a large white cloud

Lieve allemaal,
He ao, he ao, he ao tea roa, a large white cloud. Oftewel; het land van de grote witte wolk, zoals de Maori's Nieuw-Zeeland noemen. Tijd voor een heel nieuw avontuur....

Na Joan te hebben afgeleverd bij Jeroen en Kristel blevenMarta en ik verslagen achter. We voelden ons leeg, alsof er een essentieel deel van ons miste. Maar we moesten verder... We namen de shuttlebus naar Auckland en checkte in bijons hostel. Om de allesoverheersende leegte die het gemis van Joan bij ons achterliet enigszins op te vullen bestelde we een kingsize maaltijd bij de Domino's Pizza. Dat hielp! We voelden ons aanzienlijk beter! Na de maaltijd kropen we achter de computer om de nodige administratie te doen. Ik had een mailtje ontvangen van Lucky Rentals, de organisatie waarvanwe de volgende dag onze campervan zouden ophalen. Er was iets mis gegaan...De vorige huurders van onze camperhadden hem 'per ongeluk' in Christchurch, op het Zuidereiland, afgeleverd inplaats van in Auckland op het Noordereiland.We konden de camper daarom de volgende morgen niet in Auckland ophalen.Ze boden ons een andere camper aan, een ' gratis upgrade naar een hi-top campervan waarin we konden staan en waarin we veel meer ruimte hadden'.Maar wij wilden helemaal geen hi-top campervan.Die bakbeesten slurpenbenzine en je kan niet in parkeergarages staan omdatdecamper daarvoor te hoog is. Het wasal laat in de avonden we kondenLucky Rentals niet meer bereiken.

De volgende morgen stonden we al vroeg opommet Lucky Rentals te bellen.Nadat wehadden uitgelegd dat we geen Hi-top campervan wilden kregen weeen andere campervan aangeboden die we aan het eind van de middag zouden kunnen ophalen. Deze camper wasvan hetzelfde type als degene die we oorspronkelijk gehuurd hadden. Wegingen hiermee akkoord onder voorwaarde datwe een halve dag huur teruggestort zouden krijgen. We zouden de camper immerseigenlijk al om 11.00uurgehad moeten hebben.Zo hadden weopeens een extra dag in Auckland.Auckland is een van de grootste steden van Nieuw-Zeeland maar er is weinig te zien. Webeslotende stadwandelinguit de Lonely Planet te maken. Deze bracht ons onder andere naar het monument voor het stemrecht voor vrouwen. Nieuw-Zeeland was in 1893 het eerste land ter wereld waar hetkiesrecht voor vrouwen werd ingevoerd, iets waar de Kiwi's erg trots op zijn.We bezochten de ietwat teleurstellende gallery of modern arts en wandeldenoverde prachtige campusvan de universiteit van Auckland.We lunchten op een gezellig pleintje met allemaal terrasjeswaar ik mijn eerste risotto sinds maanden at, het was heerlijk! Daarna was het wachten op de campervan. Toen we om 16.00uur 's middags nog niets hadden gehoord besloten we zelf maar weercontact op te nemen. We kregen te horen dat de camper bijna klaar was en dat we naar Lucky Rentals konden komen. De taxichauffeurhad nog nooit van het bedrijf gehoord maarna een kleine omweg arriveerden we dan toch op de plaats van bestemming. Een woonhuis met een groot stuk land waarop enkele campers geparkeerd stonden. We werden vriendelijk ontvangen door de vrouw des huizes. Ze was nog bezig met het schoonmaken van de camper dus we moesten nog even plaatsnemen in de achtertuin.De man des huizesmoest over eenhalf uur op het vliegveld zijnvoor zijn vlucht naarChristchurch omdaar onze oorspronkelijke camper op te halen. Hijvertoonde echter geen enkele vorm van stress, in tegenstelling tot zijn vrouw. Hij nam rustig de tijd om zijn spullen te pakken, ons het een en ander uit te leggen over de auto en wat tips over de omgeving te geven. Toen de vrouw klaar was met het schoonmaken vanonze camper kregen we de sleutels uitgereikt en zei het stel ons gedag. Ze stapten inhun auto en vertrokkenmet grote spoed naar het vliegveld, ons achterlatendbij het, niet afgesloten, huis.We besloten geen misbruik te maken van deze situatie en in noordelijke richting te gaan rijden. Toen we bij het dorpje Orewa aankwamen begon het donker te worden en zochten we een camping op.
Met het krieken van de dag stonden we bij het information centre van Orewa. Wewilden graag de noordelijkstepunt van het Noordereiland, Cape Reinga, zien.Cape Reinga is een belangrijke plek voor de Maori omdat zij geloven dat vanaf deze plek de geest na het overlijden naar de onderwereld gaat.Reinga betekent in het Maori onderwereld. De plek is ook bijzonder omdat hier de Tasmanian Seavanuit het westen en de Pacific Oceanvanuit het oosten bij elkaar komen. Een interessante plek dus...Aangezien we maarweinig tijd hadden raaddende mevrouw bij het information centre ons afervoor afte reizen. Erheen gaan zou beteken dat webijna3 dagenfulltime in de auto zaten en alleen even konden uitstappen om te kijken. Het was een moeilijke beslissingomdat we eigenlijk niets vanNieuw-Zeelandwillen missen maar we hebbenuiteindelijk besloten het niet tedoen. We vonden het leukerom wat langer opplekkente kunnen zijn en hier echt de tijd voor te kunnen nemen dan overal als een Japanse bustoerist langs te rijden.
Zo hadden we opeens een gat in de planning. We beslotenom naar Raglan te rijden, de woonplaats van Kristel, de nicht van Jeroen.Jeroen en Joan logeerden bij Kristel en wij mochten ook langskomen. Raglan is eensurfersplaatsje aan de westkust,ongeveer 200 kilometer onder Auckland.Een klein probleem was dat we ze niet konden bellen dat we eraan kwamenomdat Kristels huisje achter een grote berg ligt waarachter je geen bereikhebt met je mobiele telefoon. Westuurden een email en lieten een voicemailbericht achter alvorensnaar Raglante rijden.Bij Raglan aangekomenhadden we nog altijd geen reactie ontvangenen we hadden geen idee waar Kristel woonde. We zaten net op het strand te genieten van de verse aardbeien die webij een kraampje langs een bergweggetje onderweg hadden gekocht toen Joan ons opbelde. Zehad toevallig netin een internetcafe haar email gechekten onsberichtje gelezen! We haalden Joan en Jeroen op in de stad en gingenmet z'n vieren naar het strand.Aangezien Nieuw-Zeeland het land van de extreemsports is beslotenwe van de footbridgeaf het water in te springen. Defootbridge is toch zeker wel 2-3 meter hoog, afhankelijk van het tij, dus dat was behoorlijk extreme. Toen we uitgezwommen waren deden we boodschappen voor deBBQ en gingen we naar het huisje van Kristel. Het bleek een klein maar prachtig huisje, gelegen op een heuvel met uitzicht opde zee.Vanaf hethuisjeben je met een kleine bushwalk in5 minuten beneden op het strand.Kristelis een echtesurfchick en ging toenze thuiskwam van haar werk, als biologe, nog even surfen.Het huisje geeft het ultieme vakantiegevoel. Je kan je gewoon niet voorstellen dat er mensen zijn die echt zo leven, om jaloers op te worden!'s Avonds kwam er ook nog een vriendin van Kristel, Tanja, die ook het weekend zou blijven logeren.Na een heerlijke BBQ genoten webij het vuur van de mooie sterrenhemel.

Na een relaxte ochtend met hele lekkere koffie maakten we een strandwandeling.Kristels huisje ligt in Manu Bay, een plaatsje onder Raglan, vanwaar het ongeveer2 uur lopen is naar Raglan. De wandelingover het strand en over de rotsen was prachtig. We zagenveel krabben en zeesterren, die natuurlijkuitgebreid gefotografeerd moesten worden door onze biologen.Weslenterden nog wat door de winkelstraatjes van Raglan en Kristel bracht ons naar een Indiaas restaurantje waar ze heerlijke Mango Lassies,een yoghurt drank met verse mango,verkochten. Daarnabezochten we de haven van Raglan engingen we langs depottenbakkerij waar Kristel haar serviesgekocht heeft. Ze hadden erhele mooie dingen maar helaas lekenze niet zo backpackproof.De middag brachten we lekker luibijhet strand onder Kristels huisje door.Je kan alleen op dit strand komenvia de bushwalk vanaf het huisje dus we hadden het strand en de zee voor onszelf. 's Avonds gingen we weer BBQ-en en na het eten transformeerden we de BBQ omtot vuurkorf waarboven we marshmellows roosterden.Marta en ik hadden Kristel verteld over ons plan om de Waitomo caves te bezoeken. Dit zijn kalksteengrottendie verlicht worden door duizenden glimwormen waar je met een bootje doorheen kanvaren. Kristel wist ons te vertellendat er bij het meertje waar je langskwam tijdens de bushwalk vanaf haar huisnaar het strand ookglimwormen zaten. Dit leek ons eengoed alternatief voor de toeristischeWaitomo gaves. Zo begaven Joan, Jeroen, Marta en ik ons 's avonds laat, gewapend met zaklantaars, overde bospaadjes op weg naar het meertje.Toen we bij het meertje aankwamen en onze zaklantaarsuitdeden zagen we ze, allemaal kleine lichtjes!Heel mooi! Jeroen had er, heel stoer, een gevangen maar wanneerhij ze aanraaktegingen ze uit. Bij nadere bestudering onder een zaklamp kwamen we tot de conclusie dat ze toch het meest weghadden vanhet draadje in een gloeilamp. Terug bijde vuurkorf maakte Jeroen nog een briljante opmerking die ikjullie niet kan onthouden.Joan en Jeroen hadden de gewoonte ontwikkeld omelke avond voor ze gingen slapen samen in bed de foto's die ze die dag gemaakt hadden te bekijken voor het slapen. Joan liet mij eenpaarfoto's zien en showde ze ook meteen aan Jeroen waaropJeroen uitriep:Oh Joan, nog niet laten zien, wat moeten we nou straks in bed doen? Als iemand tips heeft voor Jeroen, gaarne deze als reactie te posten...

's Morgens hadden weweer een heerlijk ontbijtje met de zelf samengestelde en zelfgeroosterde muesli van Kristel.Joan, Jeroen, Marta en ikbezochten deBridal veil Waterfall, een waterval van55 meter hoog. Toen we terug bij het huisje kwamen schrokken we bij de aanblik van Tanja. Ze had zich de vorige dag niet ingesmeerd omdat ze haar zonnebrandcreme wasvergeten en niet durfde te vragen of ze wat van ons mocht lenen. Ze was zo rood als een kreeft en we vonden het een klein wonder dat ze zich verder helemaal goedvoelde. Na een heerlijke hollandsche pannenkoekenlunch gingen we met zijn allen naar het strand om tesurfen.Het was alleen niet het goede tij om te surfen dus het werd meer een beetje peddelen enzwemmen.'s Middags vertrokken we naar Raglan om te gaan Kajakken. Het surfersfeestje, datwe eigenlijk voor laterdie middag hadden ingepland, trok echter meer.Even later zaten lekker in het namiddagzonnetje te genieten vanchille, reggae-achtige muziek en verse mexicaanse hapjes.

De volgende dag was het alweer tijd omverder tereizen.We vonden het bijna jammer omdat we het zo naar ons zin hadden gehad bij Kristel. Het was heerlijk om eventjes een'thuis' te hebben na zolang reizen enlekker te kunnen relaxen. Maar Nieuw-Zeeland is zo mooi en er is zoveel te zien dat we verder moesten. Aangezien ik niet zo goed ben in het schrijven van korte verhalen laat ik het hier even bij. Een deel van de volgende blog is echter al klaar voor de post, dus be prepared. En.... nu komt de cliffhanger, daarin legt tante Violet uit hoe Nieuw-Zeeland aan zijn naam, tevens de titel van dit stuk, komt. Spannend he? Ook creatieve inzendingen over de oorsprong van de naam kunnen hieronder gepost worden (niet stiekem googelen).

Liefs, Violet

Sydney

Bij ons hostel in Sydney werden we ontvangen door een vrolijke chinees. Hij had goed en slecht nieuws voor ons. Het slechte nieuws was dat we, ondanks dat we gereserveerd hadden, niet alle 3 op dezelfde kamer konden slapen. Hij had een plek op een vierpersoonskamer en twee op een andere vierpersoonskamer voor ons. Als we een van onze nieuwe kamergenoten bereid vonden om met ons te ruilen mocht dat natuurlijk. Het goede nieuws was dat we de honden, 3 puppies, mochten uitlaten. Gratis! Voegde hij er enthousiast aan toe... Op de kamer waar voor twee van ons een bedje klaar stond troffen we gelukkig een aardig Nederlands meisje aan dat wel naar de andere kamer wilde verhuizen. 's Middags wandelden we door de botanische tuinen, bewonderden we het sydney opera house en wandelden we over de Harbour Bridge. In de wijk ‘The Rocks' was een grote markt met live muziek aan de gang. We struinden wat over de markt en kochten mooie kettingen met klokjes eraan. Op de markt stond een man in net kostuum mensen uit te nodigen voor een gratis voorstelling. Wij waren daar wel voor in en gingen met hem mee. We werden een soort garage in geloodsd die met een gordijn was afgesloten van de straat. Daar gaf een caberatiere een 3 minuten durende voorstelling. Wij mochten de onderwerpen aandragen waarbij zij een verhaal improviseerde. Erg grappig! Na de voorstelling werden we weer naar buiten begeleid zonder dat er op welke manier dan ook om een financiele gunst werd gevraagd. Na de voorstelling haalden we heerlijk eten bij de marktkraampjes dat we opaten onder het genot van live Indie Rock. Weer eens wat anders dan de muziek waar we normaal gesproken naar luisteren.

De volgende dag bezochten we een vintage market in Glebe om vervolgens lekker te lunchen op de fish market, waar ze ook een lekkere bakker hadden. 's Middags namen we de ferry naar Manly Beach. We kookten een goede spaghetti in het hostel waarna Marta en Joan met onze Franse kamergenote Adeline naar het Sydney Festival vertrokken. Het Sydney festival is een enkele weken durend, groot, cultureel festival dat jaarlijks in Sydney plaatsvindt. Deze avond was de aftrap van het festival waarbij er overal in de stad op straat gratis optredens waren. Ik had hoofdpijn en ging na de nodige pijnstilling heerlijk slapen. De dames waren gelukkig weer keurig voor twaalven binnen dus ik hoefde me niet ongerust te maken. Volgens de overlevering was het een geslaagde avond.

Volgens de weersvoorspellingen zou het nu dagen gaan regenen en stormen. Niets bleek echter minder waar. De stadswandeling die wij voor deze dag gepland hadden, omdat dit nog het beste uitvoerbaar leek bij slecht weer, konden we lekker in het zonnetje doen. We startten bij de Town Hall, waarna we naar de Queen Victoria Building liepen. Voor het QVB stond een standbeeld van het hondje van Queen Victoria. Aangezien het hondje tijdens zijn leven altijd al een verwend nest was dat altijd bedelde ging hij hier in zijn stenentijd mee door. Nu bedelt hij echter niet meer voor iets lekkers maar voor keiharde munten. Het geld dat toeristen naar hem toe gooien gaat naar een goed doel. Het Queen Victoria Building is een mooi, chique winkelcentrum met allemaal fancy boetiekjes en delicatessewinkels. Joan dreef de vrouw bij de sieradenwinkel tot wanhoop door haar de hele collectie te laten showen. Toen Joan na heel lang twijfelen eindelijk een beslissing had genomen zei ze ‘I hope you will prescribe the medicines for your patients faster'. Na de Queen Victoria Building wandelden we door het Hyde Park waar ik een monument bezocht voor de Australische soldaten die vochten in de eerste wereldoorlog. Ze hadden voor elke soldaat die gesneuveld was tijdens de oorlog een gouden ster op het plafond gehangen waardoor er een prachtige sterrenhemel was ontstaan. We lunchten in Kings Cross, de rosse buurt van Sydney en de wijk waar ons hostel gelokaliseerd was. Hier kwamen we Robin, de Nederlandse chefkok van de Whitsunday tour, tegen. Australie is zo klein. Na de lunch bezochten we het beroemdste strand van Sydney; Bondi beach. Toen we na een mooie wandeling bij zonsondergang de bus terug wilden nemen bleken we niet de enige die graag van de bus gebruik wilden maken. We moesten vier bussen laten passeren en zelfs bij de vijfde bus was het vechten om een plekje. 's Avonds aten we in het hostel en keken we Grey's Anatomy op onze kamer in het hostel met Adeline, onder het genot van een grote bak chocoladeijs!

Toen was het dan eindelijk zo ver, Marta en ik gingen de Toranga Zoo bezoeken. Joan heeft het niet zo op dieren en ging andere dingen doen, waaronder haar paspoort ophalen. Marta en ik stonden al vroeg op om de ferry naar de Zoo te nemen. De dierentuin was prachtig aan het water geleden tegen een berg. We namen de stoeltjeslift naar het bovenste puntje van de dierentuin zodat we daarna langzaam konden afdalen. De dieren konden over heel Sydney uitkijken en sommige geluksvogels hadden zelfs uitzicht op de Sydney Opera House en de Harbour Bridge. Het was een heerlijke, relaxte dag met prachtig weer. We aaiden een slang en zagen onder andere de platypus en de tasmanian devil. Toen de dierentuin om 5pm ging sluiten was ik nog lang niet uitgekeken. We namen de laatste ferry terug en ging op zoek naar Joan. Joan showde vol trots haar nieuwe, roze, tijdelijke paspoort waar we allebei erg jaloers op zijn. We haalden Indiaas eten bij een tentje in Kings Cross dat we opaten in een parkje om de hostelsfeer even te ontlopen. Joan had een mysterieus tasje meegebracht dat tijdens het eten geopend mocht worden. Er zat een kado voor Marta en mij in om ons te bedanken voor de hulp sinds de vermissing van haar spullen en de leuke tijd in Australie. Het was een Lonely planet van Nieuw-Zeeland, heel lief! Toen we terugkwamen bij het hostel zat er een jongen voor de deur. Hij sliep ook in het hostel en we hadden hem, door zijn opvallende verschijning, al eerder opgemerkt. Hij had namelijk een spastisch rechter arm en been, zijn ogen stonden vreemd en hij leek verstandelijk beperkt. Hij sprak ons aan om kennis te maken en voor we het wisten kwamen we niet meer van hem af.

De volgende dag was alweer onze laatste dag in Sydney en dus ook in Australie. Markus had 's nachts een briefjes voor mij en Joan onder de deur door geschoven met zijn naam, facebook en telefoonnummer. We besloten dit maar te negeren. We slenterden door de stad, deden wat laatste inkopen en bezochten een internetcafe. 's Avonds aten we bij een restaurant met een groot dakterras vanwaar je een mooi uitzicht had over de Harbour Bridge en de Sydney Opera House. Helaas werd ons niet veel rust gegunt om tijdens de maaltijd van de view te genieten. Er was namelijk ook een personeelsuitje van de medewerkers van een restaurant aan de gang. Ze hadden veel moeite om zichzelf te vermaken en kwamen ons daarom maar steeds lastig vallen. Wanneer we daar wat lauwtjes op reageerden werden we uitgemaakt voor saai. Het enige voordeel was dat we polsbandjes van ze kregen waarmee we gratis drankjes konden halen. Vervolgens kwamen ze elke 5 minuten checken of we onze polsbandjes wel voldoende gebruikten. Kortom, heel irritant. Zodra onze bordjes leeg waren maakten we ons daarom snel uit de voeten om ons toetje elders te consumeren. Een lekker ijsje van de Copenhagen, onze favoriete ijszaak in Australie. Daarna haasten we ons om nog op tijd bij het Sydney Opera House te komen. We hadden namelijk kaartjes weten te bemachtigen voor ‘Soap'. Het decor bestond uit 5 grote badkuipen en veel water en schuim. Het was een spetterende voorstelling waarin zang, dans, theater en acrobatiek werden gecombineerd, heel leuk! Toen we bij het hostel aankwamen zat Markus ons voor de deur op te wachten. Hij had een fles sparkling wijn gekocht die hij graag met ons wilde opdrinken. Wij hadden hier helemaal geen tijd voor want we moesten onze backpacks nog inpakken maar Markus accepteerde geen nee. We luisterden naar zijn levensverhaal en hij fluisterde al zijn geheimen in onze oren. Markus was 9 jaar geleden betrokken bij een auto-ongeluk waar hij ernstig gewond raakte en zijn zusje overleed. Een heel indrukwekkend verhaal en natuurlijk hadden we medelijden met hem. Markus vertelde ons dat de meeste meiden hem negeren omdat hij ‘ anders' is. Hij was daarom heel blij dat wij een normaal gesprek met hem aanknoopten en hem niet anders behandelden. Hij wilde graag ons telefoonnummer, emailadres en facebook want we waren immers goede vrienden en zo konden we een afspraak maken om elkaar te ontmoeten in Nieuw-Zeeland. Aangezien we hier niet zoveel behoefte aan hadden leek facebookcontact ons wel voldoende. Sinds Joan en ik hem als vriend hebben geaccepteerd ontvangen we dagelijks berichten, hiep hoi! Terug op onze kamer volgde een slopende backpack-inpak sessie. Op onverklaarbare wijze wordt het steeds lastiger alles in mijn backpack te passen en wordt de backpack steeds zwaarder... Tijdens het inpakken werden we getrakteerd op de geluidseffecten van twee mensen die elkaar beter leerden kennen onder de douche. Joan was erg benieuwd naar het paar en hield de deur op een kier terwijl ze vanuit haar bed naar de douchedeur loerde. De mannelijke helft van het paar bleek in de kamer tegenover ons te huizen. Marta kon zich niet bedwingen en nam een kijkje op het plaats delict. Geschokt kwam ze ons melden dat er een gebruikt condoom op de badkamervloer lag. Joan vond dit dermate smerig dat ze een klopjacht op de dader opende. Toen hij zich richting huiskamer begaf zette ze een klopjacht in. Helaas was ze net te laat en had hij de huiskamer bereikt voor ze hem kon aanspreken. Dit in de huiskamer doen ging haar weer net iets te ver. Tijd voor plan B. Joan schreef een post-it met illustratieve tekening met de vraag of hij zijn spullen wilde opruimen. De volgende ochtend was het condoom verdwenen. Onder onze kamerdeur was opnieuw een briefje van Markus geschoven. Hij bood ons zijn hulp aan bij het naar beneden tillen van onze tassen, hij vanaf 6uur 's morgens wakker zijn. We hebben de tassen zelf maar naar beneden gebracht.

Bij de receptie aangekomen zat Markus al op ons te wachten. Hij zwaaide ons uit toen we de shuttlebus naar Sydney airport namen. In de shuttlebus werden we weer eens geconfronteerd met de omvang van de overstromingen in Australie. Een van de passagiers had een huis in Brisbane dat onder water liep waardoor ze zo snel mogelijk terug moest, niet zo leuk. We krijgen hier natuurlijk wel wat mee van de omvang van de ramp maar gezien alle lieve, bezorgde mailtjes die ik van jullie ontvang heb ik het idee dat jullie veel beter op de hoogte zijn. We hebben eigenlijk nooit beschikking over een tv dus we zien geen journaals en afgezien van een krantenkop in de supermarkt laten we ook de geschreven pers aan ons voorbij gaan. Het is immers vakantie. Als ik aan de overstromingen denk komt allereerst een zielig eendje in me op dat we in Brisbane zagen. Hij werd door de stroming van de rivier meegevoerd en probeerde zich hier, tevergeefs, hevig tegen te verzetten. Ik vraag me dan steeds af waar hij is uitgekomen en of hij de weg naar ' huis' nog wel kan vinden. Arme eend.

Anyway, het was tijd om het zinkende schip te verlaten en het vliegtuig naar Nieuw-Zeeland te pakken. Enkele uren later zetten wij voet op Nieuw-Zeelandse bodem. We werden opgewacht door Jeroen, de vriend van Joan, en zijn nicht Kristel, die in Nieuw-Zeeland woont. Ze eisten Joan op en namen haar mee naar Raglan. Toen waren er nog maar twee....

Brisbane tot Sydney

Lieve Allemaal!

De blogs volgen elkaar snel op! got some catching up to do!

Surfers Paradise was onze volgende stop aan de oostkust. Het is een grote badplaats die tot aan de boulevard in volgebouwd met flatgebouwen waardoor in de middag het hele strand in de schaduw ligt. De gemiddelde bezoeker zou niet misstaan in Oh oh Cherso. De platinablondjes en anabolen met tattoeages waren rijkelijk vertegenwoordigd. Surfers Paradise bleek een plek om uit te gaan en je vol te stouwen met junkfood. Na een duik in zee besloten we dit godeloze oord snel achter ons te laten.

Toen de schemering viel en wij probeerden een slaapplek te vinden stuitten we op een probleem. In de wijde omgeving was geen enkele campingplek te vinden. Het was 30 december en naast de vele toeristen die de oostkust van Australie bevolken was er ook nog concurrentie van de Ozzies zelf die massaal op zomervakantie waren. Wij vonden onze heil bij een driver reviver area in Brunswick Heads, vlak voor Byron Bay. Een driver reviver area is een parkeerplaats langs de weg waar vrachtwagenchauffeurs kunnen pauzeren en slapen. Het fijne van de plek was dat er 24/7 gratis koffie, thee en koekjes werd geserveerd. We ontmoetten backpackers Etienne en Pascal uit Canada die al enkele weken op deze plek sliepen. Dit stelde ons gerust omtrent de veiligheid van onze slaapplaats. Aangezien de slaapplek helemaal gratis was besloten we dat we van het bezuinigde geld wel uit eten konden. We vonden een leuke pub in het dorp waar we eenvoudig maar goed voedsel kregen voorgeschoteld. In het dorp bleek een zomerfestival aan de gang met een kermis en live muziek in onze pub. Binnen no time stond jong en oud te swingen. We konden natuurlijk niet achter blijven en gingen al snel ook met de voetjes van de vloer. We hadden een goede nacht op de parkeerplaats en konden 's morgens genieten van vers gezette thee!

De volgende ochtend moesten we al vroeg op om een parkeerplek in Byron Bay te bemachtigen. Pascal raadde ons een gratis parkeerplek vlakbij het centrum aan waar we in ieder geval overdag konden staan. Voor 's nachts moesten we een andere oplossing vinden want Byron Bay zou bomvol worden op oudejaarsavond. Na een ontspannen ochtend aan het strand was het s middags tijd voor inspanning. We kregen onze eerste surfles. Met een groep van 10 deelnemers en 3 instructeurs gingen we naar een afgelegen stuk strand waar wij onze eerste dappere pogingen deden om op een surfboard tot staan te komen. Volgens de instructeur ging het allemaal om de coole looks en kwam de rest vanzelf. Dit was een geruststellende gedachte. Surfen bleek echter een stuk moeilijker dan gedacht. Na enkele uren door de golven ploeteren was het me drie keer gelukt om op het surfboard tot staan te komen. We hopen in Nieuw-Zeeland verder te kunnen werken aan onze surfskills.
Toen we terug naar de parkeerplaats liepen om onze camper te verzetten kwamen we Pascal tegen. Hij had een meisje gesproken dat al een week lang op een parkeerplaats in het centrum overnachtte zonder daar een boete voor te hebben gekregen, een ideale plek voor onze camper! En Pascal had nog meer goede tips, er was namelijk een gratis BBQ van een christelijke jongerenorganisatie aan de gang. Wij spoedden ons erheen om een broodje hamburger te bemachtigen. Als arme backpacker is dat namelijk geoorloofd.
Oudejaarsavond naderde met rasse schreden en we zaten nog van top tot teen onder het zand. Aangezien onze accomodatie niet over een douche beschikte besloten we van de douches op het strand gebruik te maken. Onze haartjes konden ook wel een wasbeurt gebruiken dus gingen ook de shampoo en de cremespoeling mee. Bij de douches aangekomen bleek er stiekem een hele markt te zijn opgezet voor oudejaarsavond. Na enige twijfel besloten Marta en ik ons hierdoor niet te laten weerhouden en zo stonden we niet veel later lekker te douchen naast de drukbezochte markt. Toen de shampoo tevoorschijn kwam werden we eerst uitgelachen door vier jongens die net uit het water kwamen met hun surfboards. Toen we ze zeiden dat wij in ieder geval niet zouden stinken die avond zette dat ze wel aan het denken. Even later kwamen ze vragen of ze misschien wat shampoo mochten lenen...
Nadat we weer fris en fruitig waren besloten we ook naar de markt te gaan. Voor de avond stond het strand op de planning. Er waren allerlei spetterende NYE feesten in de grote clubs van Byron Bay maar de entreeprijzen hiervan lagen ver boven ons budget. We zochten een mooi plekje op het strand waar we genoten van onze meegebrachte goon en zoutjes. Aangezien het gebruik van alcohol in het openbaar streng verboden is in Australie was er veel politie op goonjacht. De ene na de andere ' bladder' werd geconficeerd maar gelukkig werd onze bladder niet ontdekt. Er was overal livemuziek op straat waarop naar hartelust gedansd werd. Tijdens het dansen hing er opeens een braziliaan om mijn nek. Na enkele slechte openingszinnen vroeg hij of ik wel eens een brazillian kiss had gehad. Nog voor ik hierop een adequaat antwoord had kunnen formuleren probeerde de enthousiasteling zijn kans te grijpen. Gelukkig had mama Marta alles gezien en greep ze snel en efficient in. De Braziliaan droop af, waarschijnlijk op zoek naar een volgend slachtoffer. Toen het bijna 12uur was schonken we onze glaasjes nog eens vol met goon en stonden we vol verwachting klaar voor wat komen ging. Op het strand wist niemand precies hoe laat het was dus het gebruikelijke aftellen ontbrak. Toen iedereen elkaar in de armen begon te vallen besloten we dat het zover was en wensten we elkaar een gelukkig nieuw jaar. Het geheel werd opgeleukt met vijf vuurpijlen. De Ozzies kunnen zelf geen vuurwerk kopen en laten dit graag aan de gemeente over. Niet lang na twaalven ontmoetten we Buddy, de Amerikaan van onze Whitsundays tour, waarmee we een losvaste afspraak hadden voor Oud&Nieuw. Hij had een vriend meegenomen en zo zaten we nog een tijd te borrelen op het strand alvorens we onze camper opzochten. Om 4uur 's nachts was de rust in Byron Bay weergekeerd.

Op nieuwjaarsdag maakten we de nodige kilometers en stranden we 's avonds bij de driver reviver area van Urunga. Al snel kwam er een jongen op ons aflopen die vroeg of wij ook op de parkeerplek bleven slapen. Het bleek een Nederlander. Niels was al lange tijd in zijn eentje met een auto door Australie aan het toeren en had dringend behoefte aan gezelschap. We boden hem een plekje aan onze picknicktafel en een worstje van de BBQ aan. Aangezien we al vele malen stiekem het toilet van het restaurant naast de parkeerplek hadden bezocht besloten we er een drankje te drinken om ons van ons schuldgevoel te verlossen. We sloten de avond af met een potje kaart.

De volgende ochtend zat ik met Niels aan een van de picknicktafels aan het water op Marta en Joan te wachten voor het ontbijt toen er een man bij ons aan tafel kwam zitten. Na een beleefdheidspraatje kwam de aap uit de mouw. Hij kwam elke dag op deze plek met zijn bootje en we zaten aan zijn favoriete picknicktafel. 'We konden rustig ons ontbijt opeten, maar zodra we weg zouden gaan wilde hij graag de tafel'. Verder bleek het een heel aardige man. Al snel werd hij vergezeld door zijn vrouw, kinderen en een ander gezin. Toen hij ons een ritje op een opblaasband achter zijn speedboot aanbood zeiden we geen nee. Marta ging als eerste en leverde haar zwemvest netjes in bij de zoon van de man. Daarna gingen echter alle familieleden van de man beurtelings in de band en kwamen Joan en ik niet meer aan de beurt. Jammer maar helaas, ze waren ons vergeten. Toen we ons over de teleurstelling heen hadden gezet reden we door naar Bellingen, een klein kunstenaarsdorpje in de bergen. We wandelden door het mooie plaatsje en brachten de middag aan het bergmeer door. Toen we aan het eind van de middag door de winkelstraat slenterden gebeurde het, Joan werd verliefd. Het was een prachtige leren tas die waanzinnig was afgeprijsd. Dit nam echter niet weg dat hij nog steeds erg duur was en totaal niet praktisch. Maar het was al te laat, Joan was verkocht en niet veel later de tas ook. 's Avonds nuttigden we de beste maaltijd sinds tijden in een gezellig Indiaas restaurantje.

's Morgens verlieten we met pijn in ons hart het mooie Bellingen. We reden langs een mooie kustweg en maakte een wandeling naar een uitzichtpunt over de baai. Vervolgens bezochten we de green cathedral, de enige kerk ter wereld die in de buitenlucht is. Je hebt er een prachtig uitzicht wat maakt dat de plek in de top 5 staat van de populairste plekken ter wereld om te trouwen. Wij vielen met onze neus in de boter en waren, vanachter een bosje, getuige van een bruiloft. Voor de avond vonden we een mooie slaapplek tussen de gumtrees op een bushcamping. Al snel hadden Joan en ik campingvriendjes gemaakt, namelijk de 5-jarigen Myla en Arthur. Ze volgden ons overal over de camping en waren er ook bij toen wij erachter kwamen dat het drinkwater op de camping op was. Niet veel later verschenen onze vriendjes met 3 flessen water bij onze campervan die ze bij hun ouders voor ons hadden afgetroggeld, heel lief! Ze bleven bij ons tot hun vader ze kwam ophalen om naar bed te gaan. Voor dag en dauw stonden we de volgende dag op om de boswachter te ontlopen. De man bij de touristinformation had ons namelijk gezegd dat wanneer je geen boswachter tegenkwam je ook niet kon betalen, hij adviseerde ons na 16.00uur aan te komen en voor 7uur te vertrekken. Zo gezegd zo gedaan.

Zo stonden we om 7.15uur op het strand. Er waren gelukkig al heel wat vroege vogels aan het wandelen en surfen dus we waren niet alleen. Daarna reden we door naar Sydney, te place to be. We arriveerden hier enkele dagen eerder dan aanvankelijk gepland om een nieuw paspoort voor Joan te regelen bij de Nederlandse ambassade. Op de camping voelden we ons al snel thuis, de voertaal was namelijk Nederlands. Onze camper stond vlak voor de tv-room en keuken geparkeerd en dus viel het me al snel op toen er 's avonds wat commotie ontstond op het terras. Er was een meisje buiten bewustzijn geraakt en verschillende Nederlanders gilden dat het een epileptische aanval was. Dit bleek echter niet het geval. Toen ik bij het meisje aankwam was ze alweer een beetje aanspreekbaar. Haar vriend zij dat er geen hulp nodig was dus ging ik mijn tanden poetsen. Even later kwamen twee Nederlandse jongens aangerend om te vragen of ik toch nog wilde komen kijken omdat het meisje maar bleef overgeven en, volgens de jongens, 'van achteren ook iets verloor'. Met deze informatie kon ik natuurlijk niets dus ging ik maar weer polshoogte nemen. Het meisje was nog altijd aan het braken maar het tweede deel van de informatie kon ik niet objectiveren. Bij navraag bleek ze na het roken van een joint niet goed te zijn geworden. Gelukkig voelde ze zich al snel wat beter en besloot ze, heel verstandig, haar bed op te zoeken. Haar vriend zou die nacht een oogje in het zeil houden.

De volgende dag vertrokken we al vroeg richting Nederlandse ambassade. Gelukkig was het niet druk en kon Joan snel haar paspoort aanvragen. 's Middags reden we naar de Blue mountains, een gebergte onder Sydney dat zijn naam dankt aan de blauwe nevel waarin het gehuld is. De blauwe nevel ontstaat door de eucalyptusolie dampen die de bomen in de valleien uitstoten. We besloten meteen op zoek te gaan naar een slaapplek maar wederom was er nergens plek voor ons. Verder rijden was geen optie want er kwam een grote thunderstorm onze kant op. Bij het laatste hostel dat we in lichte wanhoop belden mochten we in onze camper op het parkeerterrein slapen voor een luttele 20dollar, geen geld. Daar kwam nog eens bij dat we wel gewoon gebruik mochten maken van de keuken, het internet en de loungeroom van het hostel. We kookten een lekker maaltje en Joan deed de afwas. Enige tijd later weer Marta naar een preistronk diebij de gootsteen lag. Het was de achterkant van de prei met wortels eraan. 'Haha, ikdacht even dat dat de afwasborstelwas'.Waarop Joan zei'oh, ik ook en ik heb er net de afwas mee gedaan'. Ze bekende met enige schaamte datze naastde wortels zelfs ook debovenkant van de preistronk had gebruiktom mee te schrobben.Deze anekdote om aan te geven dat Joan al een echte backpacker wordt, ze gebruikt alles wat voor handen is om haar doel te bereiken.Daarna zaten we lekker met een boek op de bank bij de open haard terwijl de storm over de Blue Mountains trok.

Toen we de volgende morgen wakker werden was de storm gelukkig voorbij maar waren de Blue Mountains wel gehuld in een dikke laag mist. Tegen beter weten in reden we naar een van de beroemdste uitkijkpunten van de Blue Mountains. Daar aanschouwden we een bizar tafreel. Het uitkijkpunt stond bomvol met touristen die met busladingen tegelijk werden aangevoerd. Met zijn allen staarden ze over de railing in het niets. Er waren zelfs groepen japanners die hele fotosessies deden, poserend voor het oneindige grijs. We maakten een korte wandeling waarbij we wel enigszins gehinderd werden door ondergelopen paden. Toen we terugkwamen bij het beginpunt was de mist wat opgeklaard zodat we toch nog een glimp opvingen van the three sisters, drie naast elkaar gelegen rotsen. Het verhaal gaat dat een koning bang was dat zijn dochters in de oorlog door de bezetter ontvoerd zouden worden. Om dit te voorkomen veranderde hij ze in rotsen. De koning was van plan geweest de betovering na de oorlog te verbreken maar hij werd zelf omgebracht. Niemand heeft de betovering ooit ongedaan kunnen maken. 's Middags bezochten we het pitoreske bergplaatsje Leura alvorens terug te rijden naar Sydney. Daarover later meer,

Liefs, Violet