coschap-downunder.reismee.nl

Zuidereiland; week 3

Lieve allemaal,

Na een fantastische verjaardag viel het opstaan me niet mee. Ik was weer een jaartje ouder geworden en dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik zette door en in een mum van tijd waren we weer on the road. We bezochten de Petrified Forest bij Curio Bay. Een bos dat vele jaren geleden onder water is gelopen waardoor de bomen gefosiliseerd zijn. De restanten van de bomen zijn nog altijd zichtbaar onder een dunne laag zeewater. Onze volgende stop waren de Cathedral caves. Deze grotten zijn gelegen in de kliffen pal aan het strand en zijn alleen bij laagtij te bewonderen omdat ze bij hoogtij onder water lopen. Vanaf de carpark bracht een korte bushwalk ons naar het strand waarna we over het strand naar de grotten konden lopen. We liepen door de ene opening in de rotsen de grotten in en kwamen er, met natte voeten,bijde andere opening weer uit. Erg mooi! De volgende stop was het dorpje Papatowai. Hier bevindt zich namelijk de Lost Gyspsy Gallery, een grote groene buswaar kunstenaar Blair Sommerville zijn maaksels tentoonstelt. De oude bus in van de vloer tot en met het plafond volgestouwd metde mooiste en grappigste bouwsels gemaakt van gevonden voorwerpen.De specialiteit van Blair zijn opwindbare automaten en hijheeft graag dat zijn publiek alles uitprobeerd. Blair genoot dan ook zichtbaar van de kretendie wij uitsloegen tijdens onzeontdekkingstocht doorde bus terwijl hij zelf in zijn atelier aan het werk was. Het wasgeweldig en we hadden ons ereindeloos kunnen vermakenmaar... we moesten verder. We maaktenwandelingen naar de Matai Falls en de Purakaunui Falls waar de flinke regenval van de voorgaande dagen in ons voordeel werkte. De watervallen waren hard aan het werk! We overnachtten opDOC Purakaunui.

De volgende morgengingen we naar Owaka, de 'hoofdstad'van de Catlins met wel 395 inwoners. We wilden graageen paardrijtocht maken en informeerden bij de information centre naar de mogelijkheden.We kregen het telefoonnummer van een mevrouw diebuitenritten met toeristen deed. Toen we haar beldenzeize ons dat ze liever nietdie dag ging rijdenomdat ze 's middags bezoek zou ontvangen, helaas. De volgendedag zou ze ons graag meenemenmaar dat kwam ons niet goed uit. Bij gebrek aan contact met paarden besloten we het gezelschap van andere dieren op te zoeken. Tijdens onze wandeling van Surat Bay naar Cannibal Bay deelden we het strand met heel veelzeeleeuwen. De meeste lagen lekker op het strand te luieren. Enkele jonge mannetjes waren lekker aan het spelen. De zeeleeuwen bestedentotaal geen aandacht aan debewonderende blikken en klikkende camera's van de passerende toeristen, hoogstens wordt ereen oog geopend. Ze zijnniet bang voormensen maar er wordt toch aangeraden 10 meter afstand van ze te houden want wanneer ze schrikken vallen zeaan. Zeehonden zijn wel bangvoor mensen. Jemagdan ook nooit tussen een zeehond en de zeekomen want daarmee blokkeer je zijn vluchtroute waardoor hijin paniek raakt.
Aan het eind van de middagreden we naar Roaring Bay om de yellow-eyed pinguin te spotten. We liepen naar een schuilhut in het duin vanwaarwe een goed uitzicht hadden op het strand en de rotsen. De pinguins zijn erg schuw en zodra ze mensen zien of horen vluchten ze.In de schuilhut zaten enkele toeristen met verrekijkers te speuren. Een verrekijker behoort niet totonze standaarduitrusting duswij moestenhet met het blote oog doen.Gelukkig was er een pinguinfamilie op enkele meters afstand van de schuilhut in de rotsen gehuisvest.Pa of ma was net thuisgekomen met een verse visvangst in de maag dus het was een drukte van jewelste in de grotwoning.De kuikens schreeuwde alsof ze al dagengeen eten hadden gekregen dus leegde de ouder snel zijn maaginhoud in de wijd opengesperde snaveltjesPinguins zijn erg modern enpa en ma wisselen elkaar dagelijks af; de eengaat vis vangen en de ander past op de kinders. Na het diner was het bedtijd voor depinguins en werd het stil in het hol. We spotten nog twee andere pinguins op het strand maar deze zaten iets te ver weg om goed te kunnen bestuderen. Ook de zoom van onze camera's bleek ontoereikend maar gelukkig was er een Nederlandse manmet telelens die wel even een foto met mijn SD-kaart wilde maken. Na het pinguinspotten liepen we naar devuurtoren op de rotsaan de punt van de baai. Overal hoorden we het gekir vanzeehondenpups die onderaan de rotsen in het water tussen destenen aan het spelen waren. Terug op de camping was het tijd voor een klassieker; AmericanPie. Enkele bejaardenhun afwas in de lounge kwamen doen wisten niet goed wat ze met de schokkende beelden aanmoesten envluchten snel terug naar hun campers.

De dag erop reden we naar Dunedin, de meest Schotse stad buiten Schotland.De stad werd in1848 gesticht door de Schotten. Na een lange zoektocht vonden we een parkeerplek bij Penny's Backpackers waar we tegen een zeer schappelijke vergoeding mochten kamperen en gebruik mochten maken van de faciliteiten van het hostel. Weverkenden de stad met de benenwagen. We liepen door het centrum en bekeken de universiteitscampus. Vanaf de berg waarop de Dunedin BotanicGardens gelegen zijn hadden we een mooi uitzicht over de stad.Daarna maakten we een foto van het railway station van Dunedin, nietomdat we ht zo mooi vonden maar omdat we hadden gehoord dat dithet meest gefotografeerde gebouw van Nieuw-Zeeland zou zijn. Wij konden natuurlijk niet achterblijven... Terug in het hostel ontmoetten we een Nederlandsejongen die een scala aan kaarttrucs op ons losliet. Toen hij zijn trucs vervolgens bij de Chinese Annie probeerde werd het pas echt leuk. Daarhaar slechte beheersing vandeEngelse taal begreep Annie niet goed wat er vanhaar verwacht werd waardoor alle trucs mislukte. Het kwam niet in Annie op om de oorzaak hiervan bij zichzelf te zoeken dus bleef ze onze Nederlandse vriend maar vertellen dat hij toch echt beter moest oefenen, erg komisch! Na het fiasco met de kaarttrucs ging Annie koken. Haar avondmaaltijd bestond uit paarserijst met kruiden.Ik was ondertussen ons toetje aan het bereiden, zelfgemaakte appelmoes. Toen Annie ons potje kaneel zag wilde zehet graag proberen.Ze had nog nooit kaneel geproefd maar er wel goede verhalen over gehoord dusverdween de kaneel zonder pardon in depaarserijst. Ondertussen kletste Annie honderduit. Ze vertelde onder andere dat Tibet haar favoriete deel van China was maar dat ze het weljammer vond dat de Tibetaanse cultuur steeds verder verloren leek te gaan want dievond ze juist zo mooi. Ik besloot geen politieke discussie te beginnen en hield wijselijk mijn mond.
We ruilden wat van onze appelmoes tegen paarse rijst, best lekker! Die avond verloren Marta en ik ons in cyberspace. Er was gratis en snel internet in het hostel dus deze kans konden we niet laten schieten. Toen we ons om 1uur'snachts eindelijk van onze beeldschermen wisten los te rukken besloten we nog een drankje in de stadte gaan doen. De enige bar die nog open was was Di Lussi. Het bordje met het regelement 'We don't serveintoxicated people' dat op de muur was bevestigd hing erduidelijk voor de sier. Ook het alcoholpromillage in het bloed van de barman was tot gevaarlijke hoogte gestegen watde communicatie bemoeilijkte. Ik kreeg van hem wel voor het eerst sinds tijden een fatsoenlijke malibu-cola. Niet dat truttige gedoe met een afgemetenglaasje malibu maar gewoon een goedelaag. Tussen de lallende, zwierende en aan de bar hangende gasten hing een wat gespannen sfeer waardoor wij ons niet zo op ons gemak voelden. Bijgebrek aan alternatief zochten we de camper op.


De volgende dag reden we naar het schiereiland van Dunedin, Otago Peninsula, dat bekend staat om zijn mooie natuur en de goede mogelijkheden om wildlife te spotten. We reden eerst naar het plaatsje Portobello waar we een camping op het oog hadden. Tijdens onze wandeling door Portobello begon het te miezeren. We werden verleid door een bord voor een cafe dat de aanwezigheid van vers gebakken scones aankondigde. Even later zaten we lekker warm binnen op de bank met een dampende pot thee, verse scones, clotted cream en jam voor onze neuzen. Nadat de bui was overgewaaid bezochten we de Glenfalloch Woodland gardens. Aanvankelijk liepen we keurig over de paden tussen de perkjes maar al snel merkten we dat we toe waren aan meer uitdaging. Marta nam de leiding en al snel liepen we in de wildernis met modder tot aan onze enkels. Halverwege wisten we allebei niet meer hoe we terug moesten komen. Marta hield het hoofd koel en leidde ons over beekjes en door distelstruiken terug naar de bewoonde wereld. Ze maakte onderweg wel een klein slippertje over de glibberige stenen maar hield er geen blijvende schade aan over. Vervolgens reden we naar Sandfly bay, een baai die zijn naam gelukkig geen eer aan doet. We klommen over enorme zandduinen en wandelden een flink stuk over het strand om de pinguin schuilhut te bereiken. De schuilhut bevondt zich in het duin en midden op het pad dat van het strand naar de schuilhut liep lag een enorme zeeleeuw te verpozen. Hij vondt het echter geen probleem dat we bij het passeren een beetje in zijn aura kwamen. Bij de schuilhut aangekomen was er geen pinguin te bekennen. Dit was ook niet zo vreemd want om de schuilhut te bereiken moest je het strand kruisen waar de schuilhut op uitkeek. Op dit stuk strand liepen daardoor redelijk veel toeristen dus was er geen pinguin die de oversteek durfde te maken, helaas! Die avond kregen we een tweede kans. Het heilige boek der reizigers, de Lonely Planet, gebood ons namelijk bij zonsondergang naar Pilot Beach te gaan. Dit is de natuurlijk habitat vn de Blue Pinguin, een kleine vogel van ongeveer 25cm hoog. Om 20.00uur 's avonds arriveerden we op Pilot Beach. De rotsen lagen vol met zeehonden en zeemeeuwen maar van pinguins ontbrak ieder spoor. We zagen een bord waarop stond dat de pinguins de vorige dag om 21.45uur gezien waren. Het was ondertussen flink afgekoeld en dus besloot ik om nog even in de camper te wachten. Na ongeveer 20minuten ging mijn telefoon, de beller was Marta! Snel rende ik het strand op maar ik was al te laat. Twee pinguins waren net gepasseerd en hadden inmiddels hun holletjes bereikt. Ik baalde flink en durfde mijn ogen nu geen seconde meer af te laten dwalen. Na een half uur waren er nog altijd geen andere pinguins geweest. Wel stonden we inmiddels met een grote groep koukleumende toeristen. Ik begon de moed net een beetje op te geven toen er twee mannen in fluorescerende hesjes het terrein op kwamen lopen. Zij bleken van de Department of Conservation en begonnen ons uitleg te geven over de pinguins. De pinguins zouden in de schemering in twee groepen, raften genoemd, komen aanzwemmen. Alle pinguins hebben op dit moment kleintjes dus er moet vis gevangen worden om de kinderen te voeren. Niet lang na de uitleg kwam het eerste raft aan, een zwarte vlek die je door de zee op het strand ziet afkomen. De pinguins liepen het strand op, hupsten over de stenen en namen vervolgens het trappetje omhoog naar de struiken. Hier hielden de pinguins uit het eerste raft zich schuil tot de pinguins uit het tweede raft zich bij hen aansloot. Niet veel later arriveerde het tweede raft. De mannen van de DOC legden uit dat de pinguins nu in groepjes naar hun holletjes zouden gaan. De hollen bevonden zich in drie richtingen van ons; van ons weg,links van onsenachter ons. De pinguins waarvan de holletjes achter ons gelokaliseerd waren zouden tussen ons door komen lopen. Daarom moesten we ons verspreiden over het gebied en met onze benen wijd gaan staan zodat er geen blokkades van voeten voor de pinguins waren. We bleven zo stil mogelijk staan terwijl er velen groepen pinguins van ons weg en voor ons langs liepen. Inmiddels werd het behoorlijk donker en we konden de pinguins alleen nog maar zien wanneer een van de DOC mannen er met zijn speciale rode lamp op scheen. Dit rode licht kunnen de pinguins niet zien en dus schrikken ze er niet van. Het lopen van de pinguins was een erg grappig gezicht. Ze wachten eerst tothun groepje helemaal compleet is en waggelen vervolgens voorovergebogen heel snel naar hun holletjes. Deze holletjes graven ze overigens niet zelf. Ze jagen konijnen uit hun hol en nemen vervolgens hun intrek. Wanneer er een pinguin uit de groep achterblijft wacht de hele groep op hem voor ze verder lopen. Een paar van de laatste groepen pinguins liepen tussen ons door. Deze pinguins kwamen heel dichtbij en liepen zelfs tussen de benen van sommige mensen door. Nadat de laatste pinguins hun holletjes hadden bereikt hoorde je overal een luid gekrijs van de schreeuwende jongen die gevoed werden. Onderkoeld maar voldaan reden we terug naar de camping.

De dag erna reden we naar Lake Tekapo. Onderweg maakten we een korte stop bij de Moeraki Boulders, een groep grote ronde stenen die midden op het strand liggen en nu heel erg worden uitgemolken als toeristische attractie. LakeTekapo was mooi maar helaas was het bewolkt dus konden we de mooie turquoise kleur waar het meer beroemd om staat niet aanschouwen. We bezichtigden de Church of the good shepard, een heel klein kerkje dat uitkijkt op het meer. Daarna bewonderden wede Collie dog statue, een eerbetoon aanalle collies die op de schapenboerderijen in McKenzie county werkzaam zijn. Op de picknickplaats tussen een Shell tankstation en een restaurant haalden we ons kookstelletje tevoorschijn en warmden we onze blikken minestronesoep op. We genoten ondertussen van het uitzicht op lake tekapo. Omdat we hadden besloten te gaan freecampen vonden we dat we ons wel een toetje in het restaurant naast de picknickplaats konden veroorloven. Naast de zoetigheid bestelden we een grote pot thee. Ik durfde niet meer dan 1 kopje te drinken omdat ik bang was dat ik anders 's nachts zou moeten plassen en dat is zo ongepast in een woonwijk. Marta ontfermde zich daarom over de rest van de pot thee. We parkeerden de camper in een woonwijk en ik sliep heerlijk terwijl Marta de halve nacht wakker lag, gekweld door een blaas die op knappen stond.

Met het krieken van de dag werd ik dan ook van mijn bed gelicht om naar de public toilets te rijden. Ik kreeg nog net de gelegenheid om in mijn kleren te schieten maar langer kon ze het echt niet volhouden. Na de sanitaire stop reden we naar de Banks Peninsula, een vulkanisch schiereiland vlakbij Christchurch. De bergwegen op de vulkaanranden boden prachtige uitzichten op het gebied. Ik deed een poging om mijn record 'zo lang mogelijk rijden zonder gas te geven' te verbreken tijdens de afdaling van een hoge berg. Helaasbleef mijn oude record van 9 minuten staan. We reden naar het plaatsje Akaroa waar we de middag aan het strand doorbrachten want het was eindelijk weer eens mooi weer! Aan het eind van de middag reden we naar een camping in Okains Bay waareen weerzien metJoan en Jeroen gepland was.We hebben gezellig samengegeten en ervaringen en tipsuitgewisseld.Omdat wij onze camper de volgende dag moesten inleveren in Christchurch konden we Joan en Jeroen verblijden met een goedgevuldegoodybag metkampeerspullen, het leek wel sinterklaasavond!

We stonden al vroeg op om de auto schoon temaken en onze tassen in te pakken. Na een gezamelijkontbijt met Joan en Jeroen scheidden onze wegen zich weer. Wij reden naarChristchurch omonze camper in te leveren. Daarover de volgendekeer meer.....

Liefs,

Violet

Reacties

Reacties

Jennifer

Jullie houden het reistempo hoog! Nog een nachtje slapen voor jou en dan ga je het vliegtuig in toch? Ik ben niet zo goed in uitrekenen hoe dat zit met tijdverschil. Najaa geniet van jullie laatste avonturen! Tot heeel snel :).

Henk

Mooie verhalen weer Violet!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!